ECLI:NL:RBZWB:2024:102

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
22/5969
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de WOZ-waarde van parkeerplaatsen en de aanslag onroerendezaakbelastingen

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk. De heffingsambtenaar had bij beschikking van 31 mei 2022 de waarde van de onroerende zaak, bestaande uit 12 parkeervakken, vastgesteld op € 128.000 per 1 januari 2021. Na bezwaar van belanghebbende werd deze waarde verlaagd naar € 120.000. De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2023 behandeld, waarbij partijen ter zitting een compromis hebben bereikt. Dit compromis houdt in dat de WOZ-waarde van de parkeervakken wordt verlaagd tot € 90.000, wat ook geldt voor de belastingjaren 2023 en 2024.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd. De heffingsambtenaar is verplicht het griffierecht van € 50 aan belanghebbende te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 januari 2024 en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5969
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 januari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [plaats] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk,de heffingsambtenaar.

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 12 december 2022.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 31 mei 2022 de waarde van de onroerende zaak bestaande uit 12 parkeervakken [straat] (zonder huisnummer) [1] , te [plaats] (het object) op 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 128.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Oisterwijk voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag OZB).
1.3.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard en de waarde van het object verlaagd naar € 120.000.
1.4.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar, [naam] en [taxateur] .
1.6.
Ter zitting zijn door de heffingsambtenaar machtigingen overgelegd. Deze zijn aan het dossier toegevoegd. Belanghebbende ontvangt als bijlage bij deze uitspraak een afschrift van de machtigingen.

2.Feiten

2.1.
Belanghebbende is eigenaar van het object. Het zijn 12 parkeervakken, gelegen aan de [straat] te [plaats] .
3.
Beoordeling door de rechtbank
3.1.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt. Het compromis houdt in dat de bij beschikking vastgestelde waarde van de parkeervakken wordt verminderd tot een bedrag van € 90.000. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.
3.2.
Partijen hebben ter zitting eveneens besloten dat het bedrag van € 90.000 dat voor het belastingjaar 2022 is vastgesteld, ook zal gelden voor belastingjaren 2023 en 2024.

4.Conclusie en gevolgen

4.1.
Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt daarom de uitspraak op bezwaar.
4.2.
Omdat het beroep gegrond is moet de heffingsambtenaar het griffierecht aan belanghebbende vergoeden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor vergoeding van overige kosten.
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de WOZ-waarde van het object voor het jaar 2022 tot een bedrag van € 90.000;
  • vermindert de voor het object opgelegde aanslag onroerendezaakbelastingen 2022 tot een aanslag berekend naar een waarde van € 90.000;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de bestreden uitspraak op bezwaar;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van I. Zouhaïr, griffier, op 9 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze
uitspraak mede te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Partijen zijn bekend met de ligging van het perceel, kadastraal aangeduid als [perceel] , en feitelijk te omschrijven als gelegen aan de achterzijde en/of grenzend aan het object [adres] , te [plaats] .