Op 19 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, geboren in 2009, in het kader van jeugdbescherming. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De minderjarige, die sinds augustus 2023 bij haar vader verblijft, vertoont ernstige gedragsproblemen, waaronder suïcidale gedachten en automutilatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige bestaat, waardoor een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht.
De kinderrechter heeft de GI gemachtigd om de minderjarige met spoed uit huis te plaatsen in een netwerkpleeggezin en/of een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Dit besluit is genomen na zorgwekkende signalen over de geestelijke gezondheid van de minderjarige, die onder toezicht is gesteld van de GI. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige heeft momenteel geen contact met de moeder. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De kinderrechter heeft ook bepaald dat de ouders en hun advocaten de gelegenheid krijgen om hun mening te geven tijdens een mondelinge behandeling. De minderjarige zal worden uitgenodigd voor een kindgesprek om haar mening kenbaar te maken. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking die op 20 februari 2024 is vastgesteld.