Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de akte van [gedaagde] van 28 november 2023 met bijlagen
- de antwoordakte van 13 december 2023 van Transhair met producties.
3.De verdere beoordeling
116,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 januari 2024, staat de vraag centraal of de gedaagde voldoende bewijs heeft geleverd voor een betaling van € 3.100,00 aan Transhair & Aesthetic Team B.V. De gedaagde heeft een bewijsopdracht gekregen, maar slaagt niet in zijn bewijslevering. De kantonrechter oordeelt dat de door gedaagde overgelegde bewijsstukken, waaronder een bankafschrift, niet voldoende zijn om aan te tonen dat de betaling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Transhair heeft betwist dat er een betaling is gedaan en heeft bewijsstukken overgelegd die de gedaagde's claim ondermijnen. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij de betaling heeft verricht, en wijst de vordering van Transhair tot betaling van het bedrag van € 3.100,00 toe. Daarnaast wordt wettelijke rente toegewezen vanaf 5 juli 2022, maar de vordering voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen omdat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.406,99 zijn vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.