Uitspraak
1.Waar de zaak over gaat
2.Hoe de procedure is verlopen
3.Van welke feiten de kantonrechter uitgaat
Wel zegt [gedaagde in conventie] toe een prognose op te stellen van de planning waarbij de uitgangspunten zijn
Naar aanleiding van onze bespreking d.d. 3 maart j.l. zouden we graag onderstaande punten bevestigen:
- Aanneemsom is verhoogd van € 330.000 naar € 375.000 (incl. BTW).
- (...)
- Om verdere prijsverhogingen te voorkomen zouden we graag beschikken over de planning, wanneer start de bouw en wat is de verwachte opleveringsdatum.
- Prijsstijgingen door langer te wachten met de aanvang van de bouw lijken ons nu niet meer reëel, immers na de positieve beslissing van de rechter tot heden had de bouw al klaar kunnen zijn.
- (...)”.
- over de verhoging van de aanneemsom: “
- over de planning: “
- over de prijsstijgingen: “
De heer [eiser in conventie] kan niet akkoord gaan met een verdere prijsstijging, dit is voor hem onacceptabel. De prijsstijging van € 330.000 naar € 375.000 was al niet aanvaardbaar, laat staan dat [eiser in conventie] een “blanco cheque” afgeeft op de aanneemsom.
Wij hebben per saldo nog een vordering op de heer [eiser in conventie] . Het betaalde bedrag zullen wij dus niet terugstorten. Wij zien aan de andere kant ook wel in dat dit gaat leiden tot een ellenlange discussie. Daarom stellen wij als schikking voor dat wij het betaalde bedrag van de eerste termijn mogen behouden en dat de heer [eiser in conventie] en wij verder over en weer geen vorderingen meer op elkaar hebben.”
4.Waar de kantonrechter over moet oordelen
- € 91.584,70 aan opzegvergoeding op grond van artikel 12.9 van de algemene voorwaarden, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
- € 13.737,71, althans € 1.690,85, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
- € 91.584,70 aan opzegvergoeding op grond van artikel 7:764 BW, te vermeerderen met wettelijke rente;
- € 1.690,85 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- € 39.363,27 aan opzegvergoeding op grond van artikel 4.8 van de algemene voorwaarden, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
- € 5.904,49, althans € 1.168,27, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
5.Hoe de kantonrechter oordeelt
€ 135,00