AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Vernietiging ontslag op staande voet en voorlopige voorziening werknemer
In deze zaak verzoekt de werknemer om vernietiging van het ontslag op staande voet dat door de werkgever is gegeven. Tevens vraagt de werknemer om een voorlopige voorziening, zodat hij weer tot het werk kan worden toegelaten en zijn loon doorbetaald krijgt. De werkgever is het niet eens met deze verzoeken en heeft een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst te ontbinden indien het ontslag op staande voet wordt vernietigd. De kantonrechter wijst de verzoeken van de werknemer af, oordelend dat het ontslag rechtsgeldig is gegeven. De kantonrechter concludeert dat de werkgever voldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden van ontslag, namelijk het vervreemden van banden en velgen zonder toestemming. De werknemer heeft zijn verweer onvoldoende onderbouwd en zijn verklaringen zijn inconsistent. De kantonrechter wijst ook het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de procedure al is geëindigd met de beslissing op het verzoek van de werknemer. De proceskosten worden toegewezen aan de werkgever, omdat de werknemer overwegend ongelijk heeft gekregen.
Voetnoten
1.artikel 7:671b BW juncto artikel 7:669 aanhef en lid 3 sub e BW.
2.artikel 7:671b BW juncto artikel 7:669 aanhef en lid 3 sub g BW.
3.ex artikel 7:671b lid 8 sub b BW.
4.Het systeem waarmee de banden op Marktplaats worden aangeboden.
5.Zie productie 7 bij het verweerschrift van [verweerder] B.V.
6.Zie productie 13 bij het verweerschrift van [verweerder] B.V.
7.Zie productie 14 bij het verweerschrift van [verweerder] B.V.
8.Zie verweerschrift van [verzoeker] randnummer 10.
9.Zie productie 10 bij het verweerschrift van [verweerder] B.V.
10.Artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
11.Artikel 7:673 lid 7, onder c, van het Burgerlijk Wetboek.
12.Artikel 7:673 lid 8 van het Burgerlijk Wetboek.
13.Zie overweging 6.6 in de beschikking met zaaknummer 10760720 AZ VERZ 23-58.
14.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat [verweerder] B.V. de beschikking, in dit geval voor wat betreft de proceskostenveroordeling tegen [verzoeker] , direct kan (laten) uitvoeren, als [verzoeker] hier niet aan voldoet. [verzoeker] kan dus niet wachten met voldoen aan deze veroordeling in de periode dat tegen de beschikking nog hoger beroep mogelijk is of als hoger beroep wordt ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist.