ECLI:NL:RBZWB:2024:1110
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Holierhoek
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot zorgregeling, alimentatie en gebruik van de echtelijke woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen in een echtscheidingskwestie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Aartsen, verzocht om de toevertrouwing van het minderjarige kind aan haar, een onderhoudsbijdrage van € 350,- per maand voor de verzorging van het kind, een partneralimentatie van € 2.000,- bruto per maand, en het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Selamet, voerde verweer en deed een zelfstandig verzoek voor een zorgregeling waarbij hij het kind eens per twee weken op zaterdag zou zien.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 januari 2024 zijn beide partijen verschenen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw grotendeels toegewezen, aangezien de man geen verweer voerde tegen de verzoeken tot toevertrouwing van het kind, de onderhoudsbijdrage voor het kind, en het gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft bepaald dat het minderjarige kind zijn gewone verblijfplaats bij de vrouw heeft en dat de man € 350,- per maand moet betalen voor de verzorging van het kind.
Wat betreft de partneralimentatie heeft de rechtbank vastgesteld dat de vrouw recht heeft op een bijdrage van € 726,- bruto per maand, met ingang van de datum van de beschikking, en € 309,- per maand vanaf 1 mei 2024. De rechtbank heeft ook een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de man het kind eens per twee weken op zaterdag kan zien. De beslissing is openbaar uitgesproken en is definitief, aangezien er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze beschikking.