Op 10 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van een ouderschapsplan en de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige]. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Bronsveld, en de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.T.E. Kranenburg, hebben na advies van de Raad voor de Kinderbescherming overeenstemming bereikt over de zorgregeling. De Raad adviseerde om het verzoek van de man tot co-ouderschap af te wijzen en stelde een zorgregeling voor waarbij [minderjarige] om de veertien dagen een weekend bij de man verblijft, evenals de helft van de vakanties en feestdagen. De rechtbank heeft de eerdere beschikking van 31 oktober 2019 gewijzigd en de huidige zorgregeling bevestigd, met de toevoeging dat [minderjarige] elke woensdag na schooltijd bij de man is tot 19:30 uur. Dit alles onder voorbehoud van de informatieverplichting van de man over zijn strafzaak inzake aanranding van een minderjarige. De rechtbank heeft de overige verzoeken afgewezen, omdat de overeenstemming tussen partijen niet onrechtmatig is en het belang van de minderjarige niet in het geding is. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. van der Welle.