ECLI:NL:RBZWB:2024:1136

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
C/02/418986 / FA RK 24/635
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1956. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden aangevraagd, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor de betrokkene en haar omgeving. De rechtbank heeft op basis van de referteverklaring van de betrokkene en de ingediende stukken geoordeeld dat aan de voorwaarden voor het verlenen van de zorgmachtiging is voldaan. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de gevraagde duur van twaalf maanden, met de specifieke maatregelen die noodzakelijk zijn om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en haar autonomie te herstellen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. van de Poll, rechter, in aanwezigheid van de griffier mr. de Haas.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/418986 / FA RK 24/635
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 22 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1956 te [plaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 9 februari 2024, ingekomen ter griffie op 9 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 6 februari 2024;
- het zorgplan van 6 februari 2024;
- de medische verklaring van 23 januari 2024;
- de zorgkaart van 15 januari 2024;
- het crisissignaleringsplan van 15 mei 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
Op 21 februari 2024 heeft de rechtbank een door betrokkene en mr. M.W. Dieleman ondertekende referteverklaring van 19 februari 2024 ontvangen.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
3. Beoordeling
3.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 10 maart 2023 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 10 maart 2024.
3.2
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift en de bijgevoegde stukken heeft besproken met haar advocaat, dat betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan, dat betrokkene afziet van het recht te worden gehoord en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. Gelet op de inhoud van de stukken en de referteverklaring, acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
3.3
De rechtbank stelt gelet op deze referteverklaring vast dat betrokkene ermee instemt dat de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden wordt verleend voor de vormen van verplichte zorg zoals deze door de officier van justitie zijn verzocht.
3.4
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Dit wordt door of namens betrokkene niet betwist.
3.5
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank stelt op basis van de stukken vast dat betrokkene zich ten tijde van een manisch psychotische ontregeling bedreigd voelt, last heeft van angstklachten en akoestische hallucinaties en agressief gedrag kan vertonen. Als gevolg daarvan kan betrokkene overlast veroorzaken voor haar omgeving en bestaat er een risico op uitputting en suïcide. Dit wordt door of namens betrokkene niet betwist.
3.6
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
3.7
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene in het geval zij decompenseert niet meer beschikt over ziektebesef en -inzicht en de benodigde zorg en medicatie weigert. Om die reden is verplichte zorg nodig.
3.8
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Gelet op deze stukken en de ingediende referteverklaring van 21 februari 2024 zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen met daarin opgenomen alle verzochte vormen van verplichte zorg, te weten:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid,
ingeval van opname;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie,
ingeval het ernstig nadeel ten tijde van decompensatie niet langer in de thuissituatie kan worden afgewend.
3.9
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.1
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.11
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1956 te [plaats] ( [land] ), inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid,
ingeval van opname;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie,
ingeval het ernstig nadeel ten tijde van decompensatie niet langer in de thuissituatie kan worden afgewend.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
22 februari 2025.
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr. van de Poll, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. de Haas op 22 februari 2024.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.