Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die op 30 januari 2024 door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, hebben partijen, een man en een vrouw, die sinds 2017 samenwoonden, een kort geding aangespannen over het gebruik en de verdeling van hun gezamenlijke woning. De man heeft de samenleving medio november 2023 opgezegd en vordert dat de vrouw de woning verlaat en dat de woning wordt getaxeerd voor de verdeling. De vrouw verzet zich hiertegen en vordert op haar beurt dat de man de woning verlaat en dat zij het uitsluitend gebruik van de woning krijgt tot er een bodemprocedure is gevoerd over de verdeling.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en is geprobeerd om via mediation tot een oplossing te komen, maar dit is niet gelukt. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vorderingen van beide partijen beoordeeld. De man stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor het toekennen van het uitsluitend gebruik van de woning aan een van de partijen, gezien de huidige regeling waarbij beide partijen afwisselend in de woning verblijven voor de zorg van hun kinderen.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de man en de vrouw af, en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Bollen.