Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , te [plaats 1] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg.
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
[adres 1]
[adres 2] te [plaats 2]
[adres 3] te [plaats 2]
Conclusie en gevolgen
.Gelet op de samenhang tussen de beroepen, in die zin dat de werkzaamheden van de gemachtigde steeds identiek zijn geweest met betrekking tot deze waardebeschikkingen en aanslagen OZB, wordt de proceskostenvergoeding, met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht, als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt belanghebbende op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, met een waarde van € 875,- per punt en de wegingsfactor 1. Daarbij wordt een factor 1 toegekend, omdat sprake is van minder dan 4 samenhangende zaken. Verder zijn er geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De vergoeding bedraagt dus in totaal € 1.750,-. Deze vergoeding moet rechtstreeks aan belanghebbende zelf worden betaald. [2]
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 365 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan belanghebbende.