ECLI:NL:RBZWB:2024:1295
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Steenbergen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Steenbergen. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] te [plaats 2], vastgesteld op € 321.000 per 1 januari 2021. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en vond dat de waarde maximaal € 232.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft het beroep op 12 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar een taxatierapport had overgelegd, waarin de waarde van de woning op basis van vergelijkingsmethoden was onderbouwd. Belanghebbende had ook referentiewoningen aangedragen, maar de rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk had gemaakt dat de gebruikte referentiewoningen vergelijkbaar waren. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en dat het beroep van belanghebbende ongegrond is. Dit betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. De rechtbank betreurt de langere termijn van afdoening, maar heeft besloten om de partijen hierover te informeren.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra en openbaar gemaakt op 28 februari 2024. Belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. Indien belanghebbende het niet eens is met deze uitspraak, kan hij binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.