Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND, gevestigd te Middelburg,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 28 december 2023;
- de pleitnota van mr. Kouijzer zoals overgelegd tijdens de mondelinge behandeling;
- de pleitnotitie van mr. Van Steenberge zoals overgelegd tijdens de mondelinge behandeling.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
Gelijktijdig met het onderhavige verzoek is het verzoek van de Raad tot beëindiging van het gezag van de ouders mondeling behandeld. Op het verzoek van de Raad zal uiterlijk 19 maart 2024 in een andere beschikking worden beslist. In afwachting van deze beschikking acht de rechtbank een verlenging van de maatregelen van de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing noodzakelijk in het belang van de continuïteit en rust voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . [minderjarige 1] en [minderjarige 2] maken het goed in het gezinshuis, zoals beide ouders beamen, en het is in hun belang dat zij daar kunnen blijven. Ook vindt de rechtbank het belangrijk dat de GI betrokken blijft. Gelet hierop zal de rechtbank de maatregelen met instemming van de ouders verlengen voor de duur van een maand, te weten tot 26 maart 2024, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek. De rechtbank zal op uiterlijk 19 maart 2024 ook een nadere beschikking geven over het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing.
6.De beslissing
19 maart 2024 pro forma.