ECLI:NL:RBZWB:2024:1337
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Eijssen-Vruwink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot voeging in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 28 februari 2024 een incidentele vordering tot voeging afgewezen. De eiser, die in de hoofdzaak diverse vorderingen heeft ingesteld tegen de besloten vennootschappen NTT Data Business Solutions B.V. en NTT Data Business Solutions Holding B.V., verzocht om de toevoeging van een derde partij, aangeduid als [eiseres], aan zijn zijde. De eiseres stelde dat zij een testamentair of familiair belang had bij de zaak en dat zij zich als benadeelde wilde voegen. De gedaagden, NTT Data, voerden verweer tegen deze voeging en stelden dat de eiseres onvoldoende belang had om zich te voegen, aangezien zij als gemachtigde van de eiser optrad en haar standpunt al in de procedure kon inbrengen.
De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een partij zich kan voegen in een procedure als zij daar belang bij heeft. De rechter concludeerde echter dat de eiseres niet voldoende belang had bij de voeging, omdat haar verzoeken en vorderingen niet zelfstandig waren en zij als gemachtigde van de eiser al voldoende mogelijkheden had om haar standpunt naar voren te brengen. De incidentele vordering tot voeging werd daarom afgewezen.
De kantonrechter hield de proceskostenveroordeling aan tot de beslissing in de hoofdzaak, waarin een mondelinge behandeling gepland was. De rechter benadrukte dat de vorderingen van de eiseres en eiser in het incident niet zelfstandig waren en dat de beoordeling van de hoofdzaak in een later stadium zou plaatsvinden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Eijssen-Vruwink.