ECLI:NL:RBZWB:2024:1339

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
10849710 OV VERZ 23-6227 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Stoof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een executeur in een nalatenschap met compensatie van proceskosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 februari 2024 een beschikking gegeven inzake de benoeming van een executeur in de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoeker, aangeduid als [broer], heeft verzocht om de benoeming van mevrouw [executeur] als executeur. In een eerdere tussenbeschikking van 29 januari 2024 heeft de kantonrechter voorgesteld om mevrouw [executeur], werkzaam bij [advocatenkantoor], als executeur te benoemen. Partijen hebben in hun akten ingestemd met deze benoeming.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat alle overige verzoeken van [broer] al eerder zijn beoordeeld en afgewezen. De rechter heeft ook overwogen dat de partijen familie van elkaar zijn, wat aanleiding gaf om de proceskosten te compenseren. Dit betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt, ondanks dat een deel van de verzoeken van [broer] is afgewezen. De beschikking is ondertekend door mr. Stoof en de griffier.

De zaak betreft civiel recht en specifiek het personen- en familierecht, waarbij de benoeming van een executeur en de afhandeling van proceskosten centraal staan. De betrokken partijen zijn [broer], [zus], en [medebewindvoerder], die allen een rol spelen in de nalatenschap van de erflater.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10849710 OV VERZ 23-6227
beschikking d.d. 26 februari 2024
op het verzoeken van:
[broer], in zijn hoedanigheid van:
- ( mede-)erfgenaam van de nalatenschap van
[erflater 1], en;
- legitimaris in de nalatenschap van
[erflater 2], en;
- wettelijk vertegenwoordiger van
[de kleinkinderen](verder te noemen: de kleinkinderen), beiden legatarissen van de nalatenschap van
[erflater 2],
wonende te [plaats 1] ,
verzoeker,
gemachtigden: mr. R.J.M. Sintnicolaas en mr. Z.A.M. Visvalingam te Oosterhout
tegen
1. [zus ]in haar hoedanigheid van (mede)erfgenaam van de nalatenschap van
[erflater 1]en in haar hoedanigheid van enig erfgenaam en medebewindvoerder in de nalatenschap van
[erflater 2],
2. [medebewindvoerder]in zijn hoedanigheid van medebewindvoerder in de nalatenschap van
[erflater 2],
beiden wonende te [plaats 2] ,
gemachtigde: mr. A.J.C. Odekerken te Breda.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [broer] ”, “ [zus ] ” en “ [medebewindvoerder] ”.

1.De procesgang

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- de tussenbeschikking in deze zaak van 29 januari 2024 met het daarin genoemde processtuk;
- de op 9 februari 2024 ter griffie ontvangen akte van [broer] ;
- de op 13 februari 2024 ter griffie ontvangen akte van [zus ] en [medebewindvoerder] .

2.De verdere beoordeling

2.1
In voornoemde tussenbeschikking heeft de kantonrechter voorgesteld mevrouw [executeur] , werkzaam bij [advocatenkantoor] te [plaats 3] , als executeur in de nalatenschap van moeder te benoemen. Vervolgens heeft zij partijen in de gelegenheid gesteld op het voornemen te reageren.
2.2
Bij voornoemde aktes hebben partijen ingestemd met de benoeming van de voornoemde executeur. De kantonrechter zal daar dan ook toe overgaan.
2.3
Alle overige verzoeken van [broer] zijn in de eerdere beschikkingen al beoordeeld en afgewezen, zodat de kantonrechter enkel nog een beslissing dient te nemen op de proceskosten. Eén van de verzoeken van [broer] is toegewezen, zodat niet kan worden vastgesteld dat hij onnodig kosten heeft gemaakt. Een groot deel van de verzoeken is echter afgewezen. Daar komt nog bij dat partijen familie zijn van elkaar. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om de proceskosten te compenseren.

3.De beslissing

De kantonrechter:
benoemt als executeur in de nalatenschap van
[erflater 2]:
- mevrouw [executeur] , werkzaam ten kantore van [advocatenkantoor] , [adres] [plaats 3]
[telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 2] ,
[e-mailadres] ;
wijst de overige verzoeken af;
compenseert de proceskosten, in die zin dat ieder van partijen de kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven op 26 februari 2024 door mr. Stoof en door deze en de griffier ondertekend.