Uitspraak
1.De procedure
- het getuigenverhoor van 9 augustus 2023
- het getuigenverhoor van 22 november 2023
2.De verdere beoordeling
Direct na ontvangst van de mail van 30 november 2021 omstreeks 16.38 uur ben ik naar de heer [getuige 2] toegelopen en heb ik hem gezegd dat in de mail staat dat voor optie 2 is gekozen en dat dat volgens mij niet juist was. Hij zei dat klopt en gaf mij de instructie Luba te bellen: ‘draai ze maar’. Ik ben vervolgens naar mijn eigen plek aan de receptie gelopen en ik heb Luba gebeld. Nadat ik contact had met Luba (mevrouw [getuige 3] ) heb ik de verbinding doorgeschakeld naar de heer [getuige 2] en ben ik vervolgens naar het kantoor van de heer [getuige 2] gelopen. Toen ik binnenkwam zat de heer [getuige 2] achter zijn bureau. Hij was in telefoongesprek over de mail van 16.38 uur. Het telefoongesprek werd door de heer [getuige 2] gevoerd en stond niet op speaker. Ik kan dus alleen verklaren wat de heer [getuige 2] gezegd heeft. Ik heb niet gehoord wat mevrouw [getuige 3] tijdens het telefoongesprek gezegd heeft. Ik hoorde de heer [getuige 2] op enig moment zeggen dat de afspraak niet juist was weergegeven in de mail en dat was afgesproken dat de 1e termijn verschuldigd zou zijn na 1 maand en de slottermijn na een half jaar bij gebleken geschiktheid. Hierop heeft mevrouw [getuige 3] gereageerd maar ik heb niet kunnen verstaan wat zij heeft gezegd. Daarop antwoordde de heet [getuige 2] in de zin van ‘fijn dan is het geregeld’.(…)”
Op enig moment kwam mevrouw [getuige 1] bij mij het kantoor binnen lopen. Zij vertelde mij dat de afspraken door Luba niet goed vastgelegd waren; niet conform de voorwaarden wat we hadden afgesproken. Er stond namelijk niet in dat de 1e termijn betaald zou worden na 1 maand en de 2e termijn pas na een half jaar bij gebleken geschiktheid en nog in dienst. Ik denk dat ik vervolgens mevrouw [getuige 1] gevraagd heb om Luba te bellen. Ik weet niet meer wat ik precies gezegd heb tegen mevrouw [getuige 1] maar ik denk dat ik iets gezegd heb in de trant van ’bel die maar’. Mevrouw [getuige 1] heeft vervolgens Luba gebeld vanuit haar eigen werkplek aan de receptie. Zij heeft met Luba gesproken. Op enig moment kwam zij weer mijn kantoor binnen met de vraag of ik het kon overnemen en overleggen met Luba over de afspraken omtrent de courtage. Ik heb toen de telefoon van haar overgenomen. Of het gesprek was doorgeschakeld of dat zij een mobiele telefoon had weet ik niet meer. Ik kreeg toen de medewerkster van Luba te spreken die een week eerder bij mij op bezoek was geweest. Mevrouw [getuige 1] is in mijn herinnering bij het gehele gesprek aanwezig geweest. Ik zat achter een van mijn twee bureaus. De telefoon stond niet op speaker. Ik heb herhaald de voorwaarden waaronder wij zaken wilden doen zoals ik hiervoor heb aangegeven. De medewerkster van Luba heeft mij daarop medegedeeld dat dat akkoord was en dat zij dat intern in orde ging maken. Hierop heb ik het gesprek beëindigd.(…)”
Voor zover ik mij kan herinneren is er na 30 november 2021 kort na 16.38 uur door mij geen contact meer geweest met Druma over deze afspraak.(…)
U houdt mij voor de op 9 augustus 2023 afgelegde verklaringen. Op uw vraag of ik op 30 november 2021 kort na 16.38 uur contact heb gehad met Druma, zoals de getuigen hebben verklaard, antwoord ik u: ‘niet voor zover ik mij kan herinneren’.(…)”
Direct na de ontvangst van de betreffende factuur heeft onze mevrouw [getuige 1] contact opgenomen met de betreffende medewerker waarmee ondergetekende de afspraak heeft gemaakt dat vijftif procent van de overeengekomen courtage direct in rekening zou worden gebracht en het restant na zes maanden mitsdien de betreffende medewerkster nog bij ons in dienst zou zijn.(…)
Laat het duidelijk zijn dat wij een telefonische overeenkomst hebben gesloten voorafgaand aan de ingangsdatum van het betreffende dienstverband.(…)” Ook tijdens de mondelinge behandeling van 20 maart 2023 heeft [getuige 2] verklaard dat over het e-mailbericht van 30 november 2021 16.38 uur telefonisch contact is geweest, waarbij [getuige 2] heeft gezegd dat hij direct betaald en na zes maanden. Tot slot heeft [getuige 1] tijdens deze mondelinge behandeling verklaard dat de afspraak in voormeld e-mailbericht niet juist was weergegeven en dat zij daarom gelijk na dat e-mailbericht naar Luba heeft gebeld en [getuige 3] toen heeft doorverbonden met [getuige 2] , die vervolgens een afwijkende afspraak heeft gemaakt dat na een half jaar de tweede termijn zou volgen.