Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats];
14 februari 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1992. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf, zijn gehoord. De betrokkene stemde in met het verzoek, maar uitte zorgen over zijn medicatie en het gebruik van drugs. De psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundige gaven aan dat de zorgmachtiging noodzakelijk is om de stabiliteit van de betrokkene te waarborgen en om zijn middelengebruik te monitoren. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen die leiden tot ernstig nadeel, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de verzochte duur van twaalf maanden, tot en met 14 februari 2025, en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking kunnen worden getroffen. De overige door de officier van justitie verzochte zorgvormen, zoals het toedienen van vocht en voeding, werden afgewezen omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Poll en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.