ECLI:NL:RBZWB:2024:1401

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
C/02/418610 / FA RK 24/459
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

Op 14 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1992. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf, zijn gehoord. De betrokkene stemde in met het verzoek, maar uitte zorgen over zijn medicatie en het gebruik van drugs. De psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundige gaven aan dat de zorgmachtiging noodzakelijk is om de stabiliteit van de betrokkene te waarborgen en om zijn middelengebruik te monitoren. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen die leiden tot ernstig nadeel, en dat verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de verzochte duur van twaalf maanden, tot en met 14 februari 2025, en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking kunnen worden getroffen. De overige door de officier van justitie verzochte zorgvormen, zoals het toedienen van vocht en voeding, werden afgewezen omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Poll en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/418610 / FA RK 24/459
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 februari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 31 januari 2024, ingekomen ter griffie op 31 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 januari 2024;
- het zorgplan van 25 januari 2024;
- de zorgkaart van 25 januari 2024;
- het maatschappelijke plan van 24 januari 2024;
- de medische verklaring van 17 januari 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 februari 2024, in de [accommodatie] te [plaats] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , (waarnemend) psychiater;
- mevrouw [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige;
- de heer [naam 3] , curator;
- de heer [naam 4] , begeleider.
Tevens was aanwezig mevrouw [naam 5] , verpleegkundige in opleiding, die niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene stemt in met het verzoek. Hij benoemt dat het op zich goed met hem gaat, maar hij ervaart wel veel vermoeidheidsklachten. Dat komt volgens betrokkene door zijn medicatie. Betrokkene is van mening dat medicijnen net zo slecht voor hem zijn als de drugs die hij gebruikt. Hij is, in tegenstelling tot de behandelaren, van mening dat zijn middelengebruik ergens wel goed voor hem is. Betrokkene wil verder graag zelfstandig of in een begeleide woonvorm gaan wonen. Dat heeft hij vroeger ook gedaan.
3.2
De advocaat benoemt dat betrokkene stabiel is sinds hij in [accommodatie] verblijft. Hij helpt bijvoorbeeld de schoonmaakster bij het schoonmaken van zijn kamer. Er is nog wel sprake van drugsgebruik, maar enkel recreatief en niet dagelijks. Daarin is een verbetering zichtbaar. Betrokkene vindt de zorgvormen het onderzoeken aan kleding of lichaam, het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen vervelend. Deze moeten daarom worden afgewezen. Verder wil betrokkene graag perspectief hebben op een toekomstige woonruimte buiten een instelling, maar hij heeft geen actief bezwaar tegen de zorgmachtiging. Daarom refereert de advocaat zich voor het overige aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
De psychiater geeft aan dat het verzoek moet worden toegewezen voor de duur van twaalf maanden. De zorgmachtiging is nodig om ervoor te zorgen dat betrokkene niet ontspoort en om zijn mogelijkheden om zelfstandig te gaan wonen de komende tijd (nader) te onderzoeken. Daar is tijd voor nodig. De psychiater benoemt verder dat de huidige medicatie op dit moment nodig is om de psychotische kwetsbaarheid van betrokkene in toom te houden. De dosering wordt echter steeds kritisch onderzocht en zal worden afgebouwd als dat verantwoord is. Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg benoemt de psychiater dat het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen nodig zijn voor betrokkene, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie. Daarnaast zijn de zorgvormen het onderzoeken aan kleding of lichaam, het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen noodzakelijk vanwege het monitoren van het middelengebruik van betrokkene. Zonder deze zorgmiddelen neemt de effectiviteit van de behandeling af, aangezien toenemend (meer dan recreatief) drugsgebruik de resultaten van de behandeling zal ondergraven. Deze zorgvormen worden beperkt ingezet, enkel als daar aanleiding voor wordt gezien. Daarbij benoemt de psychiater ook dat betrokkene de wens heeft om op termijn in een begeleide woonvorm te gaan wonen, waar nog strengere regels gelden ten aanzien van middelengebruik. Het is ook daarom goed om het middelengebruik van betrokkene nu te kunnen controleren. Ook het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten is van belang, maar deze zorgvorm behoeft niet te worden toegepast ten aanzien van het gebruik van communicatiemiddelen. Het toedienen van vocht en voeding zijn evenmin aan de orde.
3.4
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige benoemt dat het middelengebruik van betrokkene een terugkerend onderwerp blijft. In de behandeling van betrokkene wordt op dit moment veel aandacht besteed aan zijn medicatiegebruik (Clozapine). Daar hebben de behandelaren en betrokkene soms een andere mening over. Er zijn verder geen problemen in het gebruik van communicatiemiddelen door betrokkene.
3.5
De begeleider sluit zich aan bij hetgeen de psychiater en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen naar voren hebben gebracht.
3.6
De curator geeft aan dat betrokkene de laatste tijd best wel stabiel is; er hebben al enige tijd geen incidenten meer plaatsgevonden. Verder wordt gezocht naar een begeleide woonomgeving voor betrokkene, maar dat is lastig omdat de mogelijkheden daartoe beperkt zijn in Zeeland.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Amsterdam van 16 maart 2023 is een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 16 maart 2024.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat er vanwege het aanhoudende middelengebruik van betrokkene in combinatie met het gebrek aan structuur en een dagbesteding en zijn beperkte financiële middelen een risico blijft bestaan dat betrokkene terugvalt in delictgedrag. Ook kan er ingeval van decompensatie sprake zijn van agressief gedrag. Daarnaast behoeft betrokkene sturing op het gebied van dagelijkse hygiëne en zelfzorg.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene beschikt niet over ziektebesef en -inzicht en verzet zich in wisselende mate tegen de noodzakelijk geachte behandeling en medicatie. Daarnaast vertoont betrokkene met momenten weerstand tegen de zorgvormen die zien op het controleren van zijn middelengebruik, terwijl deze zorgvormen, zoals door de psychiater is toegelicht, noodzakelijk zijn voor een effectieve behandeling. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. In het bijzonder volgt de rechtbank hierbij het standpunt van de psychiater ten aanzien van de zorgvormen onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen. Monitoring van het middelengebruik van betrokkene is noodzakelijk omdat toenemend (meer dan recreatief) drugsgebruik de resultaten van de behandeling zal ondergraven. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater ten tijde van de mondelinge behandeling heeft verklaard dat deze zorgvormen niet noodzakelijk zijn. De rechtbank zal deze zorgvormen dan ook afwijzen.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 14 februari 2025.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 februari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Poll, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 28 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.