Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ;
14 augustus 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1993. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde betrokkene dat het goed met hem ging en dat hij niet tegen de depotmedicatie was, maar hij verzet zich tegen een verplichte opname. De advocaat van betrokkene stemde in met een verlenging van de zorgmachtiging voor zes maanden, met de intentie om toe te werken naar een zelfbindingsverklaring.
De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en zijn omgeving. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en betrokkene onvoldoende ziektebesef had. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met ingang van de uitspraak, en wees de verzoeken om andere vormen van zorg af, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van de Poll en is op 14 februari 2024 in het openbaar uitgesproken.