3.1.In rechte staan de volgende feiten vast.
a. Wonenbreburg richt zich als sociale woningcorporatie in Breda en Tilburg op het huisvesten van mensen met een beperkte kans op de particuliere woningmarkt. De woningportefeuille van Wonenbreburg omvat een kleine 30.000 woningen.
b. [gedaagde] is met name actief in het rioleringsbeheer. Bij [gedaagde] werken circa 380 personen.
c. Op 7 juni 2017 is tussen Wonenbreburg en [gedaagde] een raamovereenkomst gesloten inzake rioleringsbeheer.
d. In (de bijlagen bij) deze overeenkomst is onder meer nader uiteengezet welke
werkzaamheden [gedaagde] in opdracht van Wonenbreburg dient te verrichten en tegen welke vergoeding.
e. De raamovereenkomst had een beperkte looptijd. Uit artikel 3 sub a blijkt dat de overeenkomst is ingegaan per 1 april 2017 en zou eindigen op 31 maart 2019 alsook
dat er niet een automatische verlenging zou plaatsvinden.
f. Partijen hebben hun samenwerking verlengd. Die verlenging is vastgelegd in Addendum I en ondertekend op 12 april 2019.
g. Partijen zijn in dit addendum overeengekomen dat de raamovereenkomst tegen dezelfde condities wordt verlengd, behoudens voor zover anderszins in Addendum I is bepaald. In dit Addendum I staat - voor zover thans relevant - het volgende vermeld:
“Komen als volgt overeen:
1. De overeenkomst met drie jaar te verlengen tot 31 maart 2022, waarna de overeenkomst van
4. Voor het overige blijven alle bepalingen van bovengenoemd overeenkomst onveranderd van kracht.”
h. Partijen hebben hun samenwerking vervolgens wederom verlengd, hetgeen heeft geleid tot een nieuw addendum, te weten Addendum II, dat is ondertekend op 23
respectievelijk 30 maart 2022. Addendum II vangt aan per 31 maart 2022.
i. In Addendum II staat - voor zover thans van belang - het volgende vermeld:
“Komen als volgt overeen:
1. De boven vermelde raamovereenkomst met vijf jaar te verlengen tot 31 maart 2027 waarna de overeenkomst van rechtswege eindigt.
(…)
4. In plaats van de Algemene inkoopvoorwaarden WonenBreburg van 15-7-20 13 versie 2.0, genoemd in de Raamovereenkomst zullen de Algemene inkoopvoorwaarden voor Leveringen, Diensten en Werken Aedes model 2.2 maart 2018, welke bijgesloten zijn en waarvan leverancier verklaart deze te hebben ontvangen, vanaf de verlengingsdatum van toepassing zijn.
5. Ten aanzien van de rangorde van de van de toepassing verklaarde documenten geldt dat bij strijdigheid tussen de documenten de, naar oordeel van opdrachtgever, meest gunstigste voorwaarden voor opdrachtgever gelden.
6. Voor het overige blijven alle bepalingen van de Raamovereenkomst onverkort van kracht.
7. Bij veranderingen in wet- en regelgeving (waaronder aanbestedingsplicht voor woningcorporaties) waarop Opdrachtgever geen invloed uit kan oefenen, is Opdrachtgever gerechtigd de overeenkomst per direct te ontbinden zonder recht op schadevergoeding.”
j. In de hiervoor genoemde Aedes-voorwaarden staat in artikel 40 vermeld:
“Artikel 40 Opzegging
Elk van de Partijen is gerechtigd de Overeenkomst op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn zoals bepaald in de Overeenkomst. Indien geen opzegtermijn in de Overeenkomst is opgenomen, kan de Overeenkomst worden opgezegd met inachtneming van een redelijke opzegtermijn, mede gelet op de duur van de Overeenkomst. Daarbij geldt ingeval van een duurovereenkomst de volgende richtlijn:
• contractduur 0 tot 2 jaar: opzegtermijn 3 maanden;
* contractduur 2 tot 4 jaar: opzegtermijn 6 maanden;
• contractduur 4 tot 10 jaar: opzegtermijn 8 maanden;
contractduur meer dan 10 jaar: opzegtermijn 1 jaar;
Dit artikel is niet van toepassing op Werken. In dat geval is artikel 36 van toepassing.”
k. Bij brief van 28 december 2022 heeft [gedaagde] gemeld dat zij overgaat tot tussentijdse opzegging van de samenwerking met Wonenbreburg.
l. Wonenbreburg heeft daarop gereageerd bij brief van 3 februari 2023, waarin staat dat Wonenbreburg niet akkoord gaat met de opzegging en dat zij [gedaagde] houdt aan haar contractuele verplichtingen.
m. [gedaagde] heeft bij brief van 3 februari 2023 aan Wonenbreburg gemeld dat zij haar opzegging bij brief van 28 december 2022 handhaaft.
n. Op 29 maart 2023 heeft Wonenbreburg daarop gereageerd en [gedaagde] onder meer verzocht en gesommeerd om diezelfde dag te bevestigen dat zij haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst jegens Wonenbreburg zal blijven nakomen.
o. Diezelfde dag (29 maart 2023) heeft [gedaagde] daarop per email gereageerd.
p. Vervolgens heeft Wonenbreburg daarop bij email van 30 maart 2023 aan [gedaagde] onder meer medegedeeld dat de overeenkomst door Wonenbreburg per 1 april 2023 buitengerechtelijk zal worden ontbonden indien [gedaagde] weigerachtig is en blijft om de overeenkomst gestand te blijven doen en dat dit schrijven dan ook een laatste poging c.q. sommatie is aan het adres van [gedaagde] tot deugdelijke nakoming.
q. [gedaagde] heeft op haar beurt daarop gereageerd bij email van 31 maart 2023.
r. In de avond van 31 maart 2023 heeft [gedaagde] geconstateerd dat op de website van Wonenbreburg werd gemeld dat storingen en reparaties aangaande het rioolbeheer met ingang van 31 maart 2023 door de [firma] zouden worden uitgevoerd en dat geen zaken meer werd gedaan met [gedaagde] .
s. Bij email van 4 april 2023 heeft Wonenbreburg haar eerder aangekondigde ontbinding per 1 april 2023 bevestigd en tevens aanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding.