Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
de rentevoet steeds in onderling overleg kan worden gewijzigd”. Partijen verschillen van mening of de contractuele rente van 5% per jaar tussentijds is gewijzigd. Moule d’Or stelt dat de rentevoet na het sluiten van de overeenkomsten meermaals in overleg is gewijzigd. [eiser in conventie] betwist dit. Zij stelt dat van onderling overleg geen sprake was en dat Moule d’Or eenzijdig tot wijziging van het rentepercentage is overgegaan. De stelplicht en – zo nodig – bewijslast van de stelling dat partijen in onderling overleg het rentepercentage hebben gewijzigd, rust op Moule d’Or. Daarbij geldt dat het enkele stilzwijgen van [eiser in conventie] onvoldoende is om daaruit wilsovereenstemming af te leiden.
Zoals besproken stel ik voor bij de eerstvolgende rentebetaling de rente te verlagen naar 2,25 % (…) Kortlopend zou ik ook 2,25 % doen. Wij zullen [naam 4] ook op de hoogte stellen.”