ECLI:NL:RBZWB:2024:1484

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
C/02/412425 / FA RK 23-3626
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling voor minderjarige met focus op contactinitiatieven van de vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 maart 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de zorgregeling voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De ouders van [minderjarige], de moeder en de vader, hebben gezamenlijk gezag over hem. De rechter heeft in deze procedure de belangen van [minderjarige] vooropgesteld, na een aantal gesprekken met hem en zijn ouders, en na advies van de Raad voor de Kinderbescherming. De huidige zorgregeling, die op 27 augustus 2020 was vastgesteld, werd als onprettig ervaren door [minderjarige]. Hij heeft aangegeven dat hij bang is voor zijn vader en dat hij de zorgregeling graag gewijzigd zou zien zodat hij zelf kan bepalen wanneer hij contact heeft met zijn vader.

De rechter heeft vastgesteld dat de situatie voor [minderjarige] een ontwikkelingsbedreiging kan vormen en heeft daarom besloten de zorgregeling te wijzigen. De nieuwe regeling houdt in dat er contact zal zijn tussen [minderjarige] en zijn vader, maar zonder vaste frequentie, aard en duur van het contact. Het initiatief voor contact komt in beginsel bij de vader te liggen, om de druk op [minderjarige] te verlichten. De rechter heeft ook benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders beter met elkaar communiceren en dat de moeder de vader maandelijks op de hoogte houdt van belangrijke zaken in het leven van [minderjarige].

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de nieuwe regeling onmiddellijk ingaat, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechter hoopt dat deze nieuwe afspraken de situatie voor [minderjarige] zullen verbeteren en dat hij zich fijner zal voelen tijdens het contact met zijn vader.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/412425 / FA RK 23-3626
datum uitspraak: 6 maart 2024
beschikking betreffende informele rechtsingang
in de zaak van
[minderjarige],
verder te noemen: [minderjarige] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010,
wonende te [woonadres] ,
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de moeder] ,
verder te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
[de vader] ,verder te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.De procedure

1.1.
De rechter heeft de volgende stukken meegenomen in haar beoordeling:
- het e-mailbericht van [minderjarige] , ontvangen op 31 juli 2023;
- de aantekeningen van het gesprek met [minderjarige] op 10 augustus 2023;
- het proces-verbaal van het gesprek met de ouders en de Raad op 6 september 2023;
- het rapport van de Raad van 27 december 2023, ontvangen op 28 december 2023.
1.2.
De rechter heeft op 2 februari 2024 gesproken met [minderjarige] .
1.3.
Op 2 februari 2024 heeft de rechter ook gesproken met de vader en de moeder van [minderjarige] en met een vertegenwoordigster van de Raad.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de vader van [minderjarige] hebben allebei gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.
2.3.
Op 27 augustus 2020 heeft de kinderrechter de beschikking van deze rechtbank van 10 juli 2013 gewijzigd en bepaald dat [minderjarige] een weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag 14.45 uur tot zondag 18.30 uur bij zijn vader verblijft en ook om de week de woensdag na school tot 18.30 uur.

3.Wat wil [minderjarige] ?

3.1.
[minderjarige] heeft in zijn e-mail aan de rechter geschreven dat hij de huidige zorgregeling niet prettig vindt. Dit heeft hij ook in het gesprek met de rechter verteld. Hij ziet er een beetje tegenop om naar de vader toe te gaan en hij is bang voor zijn vader. Dit heeft hij niet met zijn vader besproken omdat hij bang is voor zijn reactie. In het verleden heeft [minderjarige] contact gehad met een psycholoog, ook wegens ervaringen bij de vader. Dit heeft helaas onvoldoende geholpen. [minderjarige] wil de zorgregeling graag gewijzigd zien zodat hij zelf kan bepalen wanneer hij naar de vader gaat.

4.Wat vindt de rechter?

4.1.
De rechter heeft met [minderjarige] afgesproken dat [minderjarige] een brief krijgt van de rechter waar in staat wat de rechter vindt. In deze beschikking zal de rechter eerst de uitleg geven aan de ouders en daarna zal de tekst van de brief aan [minderjarige] worden opgenomen.
Voor de ouders (en de Raad)
4.2.
[minderjarige] heeft een e-mail geschreven aan de rechter om de zorgregeling te wijzigen. Omdat [minderjarige] nog minderjarig is, kan hij niet zelf een verzoek indienen bij de rechter. Hij heeft namelijk als minderjarige geen formele eigen rechtsingang. Door een brief te schrijven kan hij de rechter vragen om ambtshalve een beslissing te nemen op de vraag die hij aan de rechter heeft gesteld over het contact met zijn vader. Dit noemen we de ‘informele rechtsingang’ voor een minderjarige van twaalf jaar of ouder. Dit staat in de wet in artikelen 1:253a BW en 1:377g BW.
4.3.
Op 10 augustus 2023 heeft de rechter gesproken met [minderjarige] . Daarna heeft de rechter met de ouders en de Raad gepraat. De Raad vond de situatie dusdanig ernstig dat de Raad heeft uitgesproken dat de situatie een ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige] oplevert en de Raad wilde een beschermingsonderzoek gaan verrichten naar de vraag of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is. Met de ouders is afgesproken dat zij aan hun onderlinge verstandhouding zouden gaan werken door zich te wenden tot [jeugdhulp] te [woonplaats] met een hulpvraag, bijvoorbeeld voor een traject van ouderschapsbemiddeling.
4.4.
De Raad heeft op 27 december 2023 gerapporteerd. In het rapport van de Raad staat – kort samengevat – dat de grootste zorgen gelegen zijn in de verstandhouding tussen de ouders en de gevolgen hiervan voor [minderjarige] . De Raad zal echter geen ondertoezichtstelling verzoeken omdat de draagkracht en motivatie van de vader voor hulpverlening ontbreekt. Het is de verwachting van de Raad dat de situatie voor [minderjarige] zal verbeteren wanneer hij zich niet meer gedwongen voelt tot de vastgelegde zorgregeling. Om de situatie voor [minderjarige] te verbeteren zit er feitelijk niets anders op dan de zorgregeling zoals die was, los te laten. Om de angst bij [minderjarige] weg te nemen en de mogelijkheden voor contactherstel zoveel mogelijk open te houden heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [minderjarige] en de vader, onder begeleiding van de raadsonderzoeker en betrokken gedragsdeskundige. In dit gesprek is aan [minderjarige] verteld dat de vader het kan accepteren als [minderjarige] het contact anders wil en zelf zou willen bepalen wanneer hij bij de vader is. De vader heeft duidelijk kenbaar gemaakt aan [minderjarige] dat hij niet boos is op hem. De vader heeft voorgesteld dat [minderjarige] hem een berichtje stuurt wanneer hij langs zou willen komen. Hierbij heeft hij gezegd dat hij zelf ook voorstellen kan doen, waarop [minderjarige] duidelijk heeft gezegd dat hij het fijn zou vinden als de vader ook initiatieven neemt hierin.
4.5.
In het gesprek met [minderjarige] is gebleken dat de situatie voor het gevoel van [minderjarige] nog niet is veranderd. [minderjarige] heeft de vader een gelukkig nieuwjaar gewenst en hij is op 5 januari 2024 naar de vader toegegaan. Dit is steeds op initiatief van [minderjarige] gegaan. Het bezoek liep wat ongemakkelijk, ook omdat [minderjarige] er al lang niet was geweest. Hij vindt het aan de ene kant jammer dat de vader geen initiatief toont, maar aan de andere kant zorgt het er voor dat [minderjarige] minder spanning ervaart. [minderjarige] heeft dit niet tegen de vader verteld, omdat hij dat moeilijk vindt om te zeggen. Het gesprek bij de Raad ging goed en [minderjarige] zou wel willen dat het contact beter gaat, maar hij zou niet weten hoe. Wat hij wel weet is dat hij de huidige zorgregeling niet fijn vindt.
4.6.
Tijdens het gesprek met de ouders en de Raad is naar voren gekomen dat de vader inderdaad geen initiatief heeft getoond om een berichtje naar [minderjarige] te sturen, omdat hij had begrepen dat [minderjarige] het initiatief zou nemen. Hij wilde [minderjarige] de vrijheid gunnen om het contact zelf te bepalen. Het is echter geen probleem voor hem om meer toenadering te zoeken en zelf het initiatief te tonen. De Raad adviseert ook dat het initiatief bij de vader komt te liggen, zodat de druk bij [minderjarige] wordt weggenomen. Het contact kan heel laagdrempelig starten met een simpel berichtje waarin interesse wordt getoond hoe het met [minderjarige] gaat. Als dat regelmatig plaatsvindt, zo eens in de twee weken, dan ontstaat er hopelijk wederkerigheid en komt het contact weer op een meer natuurlijke manier tot stand. De vader kan [minderjarige] daarbij uitnodigen om iets samen te gaan doen, zoals voetballen. Ook dat kan heel laagdrempelig en klein starten, bijvoorbeeld even wat drinken samen of een half uurtje wandelen. Het is daarbij belangrijk dat de moeder dit contact ondersteunt en faciliteert. Alle betrokkenen staan achter deze aanpak. De rechter vindt dit ook een goede aanpak om het contact tussen de vader en [minderjarige] weer tot stand te brengen, zonder te veel druk op [minderjarige] uit te oefenen. Om die reden zal zij de zorgregeling wijzigen en bepalen dat er contact zal zijn tussen [minderjarige] en de vader, waarbij het initiatief tot contact in beginsel bij de vader komt te liggen en het (fysieke) contact zal plaatsvinden op het tempo en de behoefte van [minderjarige] . De rechter zal deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat deze beslissing meteen ingaat, ook als iemand het er niet mee eens is en in hoger beroep gaat.
4.7.
Om de contacten tussen [minderjarige] en de vader goed in te kunnen vullen is het belangrijk dat de vader weet wat er speelt in het leven van [minderjarige] . Op dit moment is dat nog niet het geval. De vader kan zelf informatie opvragen bij school en bijvoorbeeld medische instanties, maar het is ook belangrijk dat de moeder hem informeert over belangrijke zaken en een stukje algemene ontwikkeling/welzijn. Om die reden is met de ouders afgesproken dat de moeder de vader eens per maand een e-mail zal sturen met informatie over [minderjarige] , dus hoe het met hem gaat, hoe het op school gaat, informatie over hobby’s, vriendjes, verenigingen, eventuele medische informatie en dergelijke.
4.8.
Tot slot wil de rechter nogmaals benadrukken dat het belangrijk is dat de ouders een manier vinden om beter met elkaar te communiceren. De rechter begrijpt dat de vader de hulpverlening heeft stopgezet, maar het is voor [minderjarige] belangrijk om te zien dat de ouders op een normale manier met elkaar kunnen praten. Dat heeft hij zelf gezegd en de rechter is het daarmee eens. De ouders hebben allebei gezag en zijn allebei ouder van [minderjarige] , daarmee zijn zij allebei belangrijk voor [minderjarige] . Dan is het noodzakelijk dat zij een modus vinden om met elkaar overweg te kunnen, afspraken te maken en beslissingen samen kunnen nemen in het belang van [minderjarige] .
Voor [minderjarige]
4.9.
Beste [minderjarige] ,
Jij hebt op 31 juli 2023 een e-mail geschreven. Hierover heb je gesproken met een collega van mij. In de brief van 8 september 2023 is aan jou uitgelegd dat er ook met jouw ouders en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming is gepraat en wat er toen is afgesproken.
Op 19 december 2023 heb jij een gesprek met jouw vader gehad. Toen waren er ook twee mensen van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. Jij vond dit gesprek goed gaan. Er zijn toen afspraken gemaakt over het contact tussen jouw vader en jou. Jij hebt tegen mij verteld dat er voor jouw gevoel daarna niets is veranderd. Je hebt geen berichtjes van jouw vader ontvangen. Je hebt wel zelf contact met hem opgenomen en je bent op 5 januari 2024 bij hem langs gegaan. Dat bezoek vond jij spannend en het was een beetje ongemakkelijk omdat jullie elkaar al lang niet meer hadden gezien. Jij vindt het een lastige situatie. Op dit moment krijg je veel spanning van de contactregeling die eerder is bepaald en wil jij deze regeling veranderen. Ik begrijp dat jij wel contact wilt met jouw vader, maar dat je niet weet hoe.
Na ons gesprek heb ik ook met jouw ouders en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming gepraat. Er lijkt een beetje verwarring te zijn geweest over wie als eerste een berichtje zou sturen. Dat lijkt de reden dat jij geen berichtjes van jouw vader hebt ontvangen. Maar jouw vader wil ook graag contact met jou. Ook jouw moeder vindt het belangrijk dat jij contact hebt met jouw vader. Het lijkt ons goed als we de bal bij jouw vader leggen in plaats van bij jou. Dat betekent dat jouw vader als eerste een berichtje stuurt. Wij hebben daarom afgesproken dat jouw vader af en toe een berichtje naar jou stuurt. Bijvoorbeeld een keer in de twee weken. Jouw vader wil graag weten hoe het met jou gaat en wat jij leuk vindt om te doen. Het kan zijn dat hij dit in zijn eerste berichtje aan jou vraagt. De rechter hoopt dat het makkelijker wordt voor jullie om contact te hebben als er wat vaker een berichtje van jouw vader naar jou gestuurd wordt en jij hier op reageert. Hopelijk heb jij dan niet meer zo veel spanning om weer een keertje met jouw vader af te spreken. Er is afgesproken dat de vraag om een keer af te spreken ook eerst door jouw vader aan jou wordt gesteld. Dit hoeft niet meteen een hele dag te zijn. Dat kan bijvoorbeeld ook een keertje iets drinken of een potje voetballen zijn. Deze afspraken zijn anders dan de zorgregeling die eerder is bepaald. Daarom zal ik die regeling wijzigen in mijn uitspraak. Als nieuwe regeling geldt dan dat jij en jouw vader contact hebben, maar dat niet vast staat wanneer dit contact is en hoe lang een bezoek duurt. Dat ligt eraan hoe jij je voelt.
Als laatste wil ik tegen jou zeggen dat jouw ouders met elkaar hebben afgesproken dat jouw moeder jouw vader een keer per maand een e-mail stuurt met informatie over jou. Het is voor jouw vader leuk en handig om te weten hoe het met jou gaat en wat jij allemaal doet. Dan kan hij daar ook vragen over stellen als hij jou ziet of spreekt.
Hopelijk zorgen de nieuwe afspraken ervoor dat het contact met jouw vader beter gaat lopen en dat jij je fijner voelt tijdens dit contact.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijzigt de bij beschikking van 27 augustus 2020 bepaalde verdeling in de zorg- en opvoedingstaken betreffende [minderjarige] en bepaalt dat [minderjarige] en de vader gerechtigd zijn tot contact met elkaar zonder vaste frequentie, aard en duur van het contact, maar met inachtneming van de afspraken zoals vermeld onder rechtsoverweging 4.6.;
5.2.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2024 in tegenwoordigheid van mr. Van Ginneke, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.