Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ;
26 augustus 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 26 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1978. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een chronische paranoïde psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de betrokkene, haar advocaat en een psychiater aanwezig. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij geen medicatie wil innemen, maar de psychiater heeft de noodzaak van verplichte zorg benadrukt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking, en heeft de overige verzochte vormen van zorg afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Poll en schriftelijk uitgewerkt op 11 maart 2024.