In de zaak van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, vertegenwoordigd door de Gecertificeerde Instelling (GI), is op 5 maart 2024 door de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De minderjarige, geboren in 2014, staat onder toezicht sinds 12 maart 2020, en deze maatregel is sindsdien steeds verlengd. De GI heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Vanwege een ongelukkige samenloop van omstandigheden binnen de rechtbank kon het verzoek niet tijdig mondeling worden behandeld. De kinderrechter heeft daarom ambtshalve de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van vier weken, van 12 maart 2024 tot 12 april 2024, om de tijd te overbruggen tot de mondelinge behandeling van het verzoek. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De behandeling van het resterende deel van het verzoek is aangehouden tot een later te bepalen datum. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.