ECLI:NL:RBZWB:2024:1629

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
419192
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 4 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1974. De officier van justitie had op 16 februari 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag als de beschikking gehouden, waarbij betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, evenals een verpleegkundig specialist en een leerling verpleegkundige. De officier van justitie was niet aanwezig.

Betrokkene heeft tijdens de behandeling aangegeven dat zij zich niet prettig voelt in de huidige zorgsetting en dat zij geen opvolgende zorgmachtiging wenst. Haar advocaat heeft echter aangevoerd dat het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en dat betrokkene de zorg nodig heeft. De verpleegkundig specialist heeft verklaard dat betrokkene moeilijk te stabiliseren is en dat er eerder wijzigingen in haar medicatie zijn geweest die effect hebben gehad op haar gedrag.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een bipolaire stoornis met manisch psychotische decompensaties. De rechtbank oordeelt dat er ernstig nadeel kan ontstaan als er geen verplichte zorg wordt verleend. De rechtbank heeft de gevraagde vormen van verplichte zorg noodzakelijk geacht en de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B. Borm en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2024, met een schriftelijke uitwerking op 18 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/419192 / FA RK 24/736
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 4 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 16 februari 2024, ingekomen ter griffie op 16 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een signaleringsplan van 1 april 2023;
- een maatschappelijk plan van 13 februari 2024;
- de medische verklaring van 1 februari 2024;
- een zorgkaart van 29 januari 2024;
- een zorgplan van 30 januari 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 13 februari 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- een informatierapport Wvggz van 22 januari 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1] , de verpleegkundig specialist.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- mw. [naam 2] , leerling verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij haar dag niet heeft vandaag. Betrokkene is hoog sensitief. Zij vindt de MC1-afdeling geen prettige afdeling. Die afdeling roept trauma’s bij haar op. Ook voelt zij zich onheus bejegend door het zorgpersoneel. Zij is het niet eens met het beleid dat wordt gevoerd. Zij wil dan ook geen opvolgende zorgmachtiging. Betrokkene vindt het belangrijk dat er toekomstperspectief aan haar wordt geboden. Verder wil betrokkene haar moeder nog een keer zien. Zij zou daarom graag overgeplaatst willen worden naar [plaats], waar haar moeder woont.
3.2
Namens cliënt heeft de advocaat aangevoerd dat het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten en derhalve kan worden toegewezen. Het is belangrijk dat betrokkene de zorg krijgt die zij nodig heeft. De advocaat verzoekt om de zorgmachtiging voor wat betreft de vormen van verplichte zorg te beperken tot het toedienen van medicatie, verrichten van medische controles, verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en opnemen in een accommodatie.
3.3
De verpleegkundig specialist heeft toegelicht dat het gedrag van betrokkene erg wisselend is. Er is eerder een wijziging in haar medicatie aangebracht, wat een groot effect heeft gehad op het gedrag van betrokkene. Betrokkene is moeilijk te stabiliseren en daarom is zij aangemeld voor een second opinion. Verder is het positief dat betrokkene momenteel openstaat voor de inzet van stemmingsstabilisatoren. Deze medicatie zal binnenkort weer worden toegediend. Verder staat betrokkene voor verschillende plekken op de wachtlijst. Voor wat betreft de vormen van verplichte zorg is de verpleegkundig specialist van mening dat de door de officier van justitie verzochte vormen moeten worden toegewezen. Insluiten is daarbij niet voorzienbaar en zodoende niet noodzakelijk.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, overige DSM-5 stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Het is de rechtbank gebleken dat bij betrokkene sprake is van een bipolaire stoornis met manisch psychotische decompensaties, denkstoornissen en forse stemmingswisselingen. Dit kan worden veroorzaakt door spanningen in verband met haar traumatisch verleden.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene tijdens een psychotische decompensatie ontremd en achterdochtig kan zijn. In het verleden is sprake geweest van verbale en fysieke agressie. Daarbij komt dat betrokkene tijdens een psychotische decompensatie suïcidaal in denken en handelen kan zijn.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene momenteel haar medicatie accepteert, maar dat zij, gelet op het verleden en haar ziektebeeld, ambivalent is in de inname van haar medicatie. Eerder is betrokkene teruggevallen in oude patronen, zodra zij weer thuis was. Daarbij komt dat betrokkene een beperkt ziektebesef en -inzicht heeft. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
4 maart 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Borm, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 18 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.