ECLI:NL:RBZWB:2024:1640

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
13 maart 2024
Zaaknummer
10845642 \ MB VERZ 23-717
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens termijnoverschrijding en niet-betaling van zekerheidstelling

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen, waartegen hij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. Deze verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, waarna de betrokkene in hoger beroep ging. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verwees de zaak terug naar de rechtbank voor herbehandeling.

Tijdens de zitting op 29 januari 2024 was de betrokkene niet aanwezig, noch zijn gemachtigde. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. E.M. Morsink. De rechtbank behandelde de zaak en oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, namelijk het verlopen van de geldigheid van het keuringsbewijs van een motorrijtuig, vaststond. De zittingsvertegenwoordiger verzocht om de zekerheid op nihil te stellen en het beroep ongegrond te verklaren, omdat het te laat was ingediend.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene de zekerheidstelling van € 149,- niet had betaald, maar gaf hem het voordeel van de twijfel en stelde de zekerheid op nihil. Echter, het beroep bij de officier van justitie was te laat ingediend, aangezien de termijn van zes weken was verstreken. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die het te laat indienen van het beroep rechtvaardigden. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10845642 \ MB VERZ 23-717
CJIB-nummer : 8062 5422 3528 1718
uitspraakdatum : 29 januari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode en woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft dit beroep op 13 juli 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Betrokkene heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vervolgens op 14 december 2023 de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank.
De zaak is opnieuw behandeld op de zitting van 29 januari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.M. Morsink (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voor een motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs geldigheid verloren, geconstateerd door de RDW, op 30 juli 2020 om 16:00 uur.
De zittingsvertegenwoordiger heeft, om proceseconomische redenen, verzocht de zekerheid op nihil te stellen en heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren omdat het te laat is ingediend in de beroepsfase bij de officier van justitie.
Zowel betrokkene als gemachtigde heeft voor het al dan niet te laat indienen van het beroep geen reden aangevoerd.

Overwegingen

Zekerheidstelling
Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 149,- niet betaald.
Betrokkene heeft aangevoerd de zekerheid niet te kunnen betalen. De kantonrechter geeft betrokkene op dit punt het voordeel van de twijfel. De te betalen zekerheid wordt daarom op nihil gesteld.
Termijnoverschrijding bij de officier van justitie
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 20 september 2020. Het digitale beroepschrift is echter pas op 2 oktober 2020 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend. Dat de gemachtigde (die stelt feitelijk eigenaar te zijn van het voertuig) in die periode in Thailand verbleef en vanwege de coronapandemie niet naar Nederland kon komen, is hiervoor niet van belang. Betrokkene, die in Nederland woont, heeft immers zelf (te laat) beroep ingesteld bij de officier van justitie.
De officier van justitie heeft het beroep dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard, zodat het beroep daartegen ongegrond moet worden verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter het beroep verder niet inhoudelijk kan beoordelen.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: