ECLI:NL:RBZWB:2024:1694

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
C/02/419228 / FA RK 24/752
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator voor minderjarige in strafzaak tegen gezaghebbende vader

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 maart 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure waarin de moeder verzocht om de benoeming van een bijzondere curator voor haar minderjarige zoontje. De moeder heeft dit verzoek ingediend omdat de vader, die gezamenlijk gezag uitoefent, verdacht wordt van het ombrengen van zijn andere zoontje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de vader in deze zaak in strijd zijn met die van de minderjarige, en heeft daarom ambtshalve besloten om een bijzondere curator te benoemen zonder partijen te horen. De benoeming is gedaan om de minderjarige te vertegenwoordigen in de strafzaak tegen de vader, waarin een schadevergoedingsvordering kan worden ingediend. De rechtbank heeft mr. J.A. van Gemeren benoemd als bijzondere curator, die de belangen van de minderjarige zal behartigen in het strafproces. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het verzoek van de moeder is afgewezen omdat de rechtbank de benoeming ambtshalve heeft gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/419228 / FA RK 24/752
Datum uitspraak: 13 maart 2024
beschikking over de benoeming van een bijzondere curator
in de zaak van
[de moeder] ,
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. F.J.M. Hamers gevestigd te Rotterdam,
over de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2021 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de PI Krimpen aan den IJssel.

1.Het procesverloop

De rechtbank oordeelt op grond van de volgende stukken:
- het op 16 februari 2024 ontvangen verzoek met bijlagen;
- het F9-formulier van 22 februari 2024 van mr. Hamers;
- de e-mail van mr. Van Gemeren van 4 maart 2024.

2.Het verzoek

2.1
De moeder verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, advocaat mr. J.A. van Gemeren, althans een andere bijzondere curator, als bijzondere curator over [minderjarige] te benoemen.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van de overgelegde stukken staat het volgende vast:
- De moeder en de vader oefenen gezamenlijk het gezag over [minderjarige] uit.
- [minderjarige] woont bij de moeder.
3.2
Namens de moeder is ter onderbouwing van het verzoek aangegeven dat de vader wordt verdacht van het ombrengen van zijn zoontje [naam] eind maart 2023. [naam] is het halfbroertje van [minderjarige] . De vader is hiervoor gedetineerd. De inhoudelijke behandeling in de strafzaak met parketnummer 02.093131-23 is voorlopig gepland op 20 juni 2024. De moeder verzoekt een bijzondere curator voor [minderjarige] om een vordering tot schadevergoeding in te dienen in deze strafzaak. De vader dient als gezaghebbende ouder, naast de moeder, hiervoor toestemming te geven, maar de vordering tot schadevergoeding zal tegen hem als verdachte zijn gericht. De belangen van de vader zijn daarom in strijd met de belangen van [minderjarige] . De moeder stelt voor om mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam, te benoemen als bijzondere curator en haar de volgende opdracht te geven:
- [minderjarige] als bijzondere curator te vertegenwoordigen in het strafproces inzake het ombrengen van zijn broertje door zijn vader;
- te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn in het strafproces rondom de aanvraag van een schadevergoeding voor [minderjarige] en daartoe indien mogelijk over te gaan.
3.3
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek benoemt de rechtbank op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve, indien zij dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, een bijzondere curator om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen, wanneer, in aangelegenheden betreffende het vermogen van de minderjarige, de belangen van de met het gezag belaste ouder in strijd zijn met die van de minderjarige.
3.4
De rechtbank ziet aanleiding om voor [minderjarige]
ambtshalveeen bijzondere curator te benoemen. De rechtbank stelt op basis van het voormelde vast dat de belangen van de met het gezag belaste vader in strijd zijn met de belangen van [minderjarige] . Het is in het belang van [minderjarige] noodzakelijk dat er een bijzondere curator voor hem wordt benoemd die hem terzake voormelde strafzaak jegens de vader in en buiten rechte vertegenwoordigt. Aangezien het verzoek aanstonds toewijsbaar is, zal de rechtbank de benoeming ambtshalve en zonder het horen van partijen doen.
3.5
Mevrouw mr. J.A. van Gemeren, advocaat te Rotterdam, gevestigd aan [adres] Rotterdam, heeft zich per e-mail van 4 maart 2024 bereid verklaard als bijzondere curator voor [minderjarige] op te treden. De rechtbank verzoekt de bijzondere curator om [minderjarige] in die hoedanigheid te vertegenwoordigen in voormeld strafproces jegens de vader en een vordering tot schadevergoeding voor hem in te dienen, indien dit mogelijk én in het belang van [minderjarige] is.
3.6
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank ambtshalve mr. J.A. van Gemeren, tot bijzondere curator over [minderjarige] benoemen.
3.7
Gezien de ambtshalve benoeming zal het verzoek van de moeder worden afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
benoemt ambtshalve tot bijzondere curator over [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2021, mr. J.A. van Gemeren, advocaat, kantoorhoudende te Rotterdam, teneinde de belangen van [minderjarige] te behartigen en hem in en buiten rechte te vertegenwoordigen in de strafzaak jegens de vader;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven op 13 maart 2024 door mr. Phillips, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Verger-Maas, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.