ECLI:NL:RBZWB:2024:1696

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
10763112 \ CV EXPL 23-3591
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de stichting Mooiland, eiseres, een vordering ingediend tegen een gedaagde die in persoon procedeert. Mooiland vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De procedure omvatte een tussenvonnis van 8 november 2023 en een mondelinge behandeling op 12 februari 2024. Tijdens de mondelinge behandeling erkende de gedaagde de huurachterstand, maar gaf aan in een moeilijke situatie te verkeren door een echtscheiding en dakloosheid. De kantonrechter overwoog dat de huurachterstand van meer dan drie maanden, die op dat moment meer dan € 7.487,30 bedroeg, voldoende reden was om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich als goed huurder had moeten gedragen en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De vordering tot ontruiming werd toegewezen met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, die in totaal € 1.277,49 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk kon worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep werd ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10763112 \ CV EXPL 23-3591
Vonnis van 13 maart 2024
in de zaak van
de stichting Stichting Mooiland,
gevestigd te Grave,
eiseres,
nader te noemen: Mooiland,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te ( [postcode] ) [plaats] , aan het [adres] ,
gedaagde,
nader te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 8 november 2023 met de daarin genoemde stukken;
- het overzicht actuele huurachterstand zijdens eiseres van 1 februari 2024;
- de mondelinge behandeling van 12 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Mooiland vordert de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen het gehuurde te ontruimen. Mooiland vordert ook om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag aan huurachterstand en/of gebruiksvergoeding, vermeerderd met kosten en rente, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Daarnaast vraagt Mooiland het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dat betekent dat het mogelijk is om de uitspraak meteen uit te voeren, ook als hoger beroep wordt ingesteld.
2.2.
[gedaagde] erkent ter zitting de actuele huurachterstand zoals door Mooiland gesteld. [gedaagde] voert aan dat hij de afgelopen jaren een moeilijke periode heeft doorgemaakt waarin sprake was van een echtscheiding en dakloosheid. [gedaagde] geeft aan graag in de woning te willen blijven wonen en zijn schulden te betalen. Hij geeft aan open te staan voor hulp maar momenteel geen geschikte oplossing ziet om de achterstand te verhelpen.
2.3.
Bij akte van 1 februari 2024 heeft Mooiland een overzicht overgelegd van de actuele huurachterstand. Deze achterstand bedraagt tot en met februari 2024 een bedrag van
€ 7.487,30. Ter zitting heeft Mooiland volhard bij haar vorderingen nu [gedaagde] vaker toezeggingen heeft gedaan, maar deze niet (volledig) is nagekomen.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter overweegt dat de (geactualiseerde) vordering tot betaling van de achterstallige huur, de buitengerechtelijke incassokosten en de rente, nu deze niet wordt weersproken en de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal worden toegewezen.
3.2.
Ten aanzien van de vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt als volgt overwogen. Het uitgangspunt is dat [gedaagde] zich als goed huurder moet gedragen. Dit betekent dat hij zich moet houden aan haar verplichtingen uit de huurovereenkomst, de huurvoorwaarden en de wet. Indien [gedaagde] deze verplichtingen niet nakomt (een tekortkoming), kan dit reden zijn om de huurovereenkomst te ontbinden. De vraag is dus of er een tekortkoming is en zo ja, of deze van voldoende gewicht is om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Daarbij moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen, waaronder de belangen van partijen.
3.3.
Ten aanzien van de vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt als volgt overwogen. Hoewel de kantonrechter overtuigd is van de goede wil van [gedaagde] , is nog steeds sprake van een huurachterstand van meer dan drie maanden en een schuldensituatie. Gelet op deze huurachterstand, is naar het oordeel van de kantonrechter de gevorderde ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en de ontruiming van de woning (met nevenvorderingen) dan ook gerechtvaardigd. Tijdens de mondelinge behandeling betrof de achterstand ruim 10 maanden. Dit betekent dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning (met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van dit vonnis) kan worden toegewezen.
3.4.
De overige vorderingen kunnen eveneens, als niet weersproken, worden toegewezen.
3.5.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gesteld partij, worden veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten). De proceskostenvergoeding in deze zaak bestaat uit gemachtigdensalaris, griffierecht en de dagvaardingskosten. Het gemachtigdensalaris vormt een bijdrage van de ene partij in de kosten van de andere, die niet met btw wordt belast. Over het geheven griffierecht is evenmin btw verschuldigd. De over deze proceskosten gevorderde btw zal dan ook worden afgewezen. De proceskosten worden aan zijde van Mooiland begroot op:
- dagvaarding € 130,49
- griffierecht € 487,00
- salaris gemachtigde € 528,00 (2 punten x € 264,00)
- nakosten € 132,00 (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 1.277,49

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen partijen betreffende de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te ( [postcode] ) [plaats] , aan [adres] ;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om het gehuurde binnen twee weken na de betekening van dit vonnis met al het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Mooiland te stellen;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Mooiland te betalen:
- een bedrag van € 8.032,78 aan huur tot en met februari 2024 (inclusief buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- een bedrag van € 703,65 aan huur vanaf 1 maart 2023 tot de datum van ontbinding van de huurovereenkomst, te vermeerderen met de wettelijke rente over de vervallen huurtermijnen tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 703,65 aan gebruiksvergoeding voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde] het gehuurde na de ontbinding van de huurovereenkomst feitelijk in gebruik houdt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de vervallen huurtermijnen tot aan de dag der algehele voldoening;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.277,49, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
4.5.
verklaart de hiervoor uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op
13 maart 2024.