ECLI:NL:RBZWB:2024:1734

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
10469959 _ MB VERZ 23-215
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens gebruik van mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan betrokkene, een N.V. De boete was opgelegd omdat de bestuurder op 4 augustus 2022 om 09:46 uur in Ulvenhout een mobiel elektronisch apparaat vasthield tijdens het rijden. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 12 februari 2024 is de zaak behandeld. De gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, was niet aanwezig, terwijl de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, wel aanwezig was. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s die het gebruik van een mobiele telefoon door de bestuurder aantonen. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was vastgesteld en dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10469959 \ MB VERZ 23-215
CJIB-nummer : 0062 5422 5147 0248
uitspraakdatum : 12 februari 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] N.V.
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 februari 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en de gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 4 augustus 2022 om 09:46 uur te Ulvenhout (gemeente Breda).
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. In eerste instantie is namens betrokkene aangevoerd dat de gedraging überhaupt niet is verricht door de leaserijder, omdat hij of zijn vriendin niet in zijn auto hebben gereden. Na het zien van de foto’s in het dossier heeft de leaserijder aangegeven dat zijn vriendin heeft gereden. Echter stelt hij dat zij geen mobiele telefoon vast had, maar dit een portemonnee, een make-up doosje of iets aanverwant betrof.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging is vastgesteld via het camerasysteem. In een aanvullend proces-verbaal, dat ter zitting is overlegd, is opgenomen waarom er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was. Het betreft een eenpersoonscontrole. Op het politiebureau vindt door een tweede verbalisant de controle plaats. Op de foto is duidelijk zichtbaar dat de bestuurder een mobiele telefoon in de rechterhand heeft ter hoogte van het stuur. Het is niet van belang dat een andere persoon reed. Betrokkene is als kentekenhouder verantwoordelijk.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter ziet op de foto in het dossier ook duidelijk dat de bestuurder een mobiele telefoon vasthoudt. Aangezien sprake was van een eenpersoonscontrole was er geen reële mogelijkheid tot staandehouding. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. C.A. Lequin, en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: