ECLI:NL:RBZWB:2024:175

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 januari 2024
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
C/02/416323 / FA RK 23-5517
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voogdijoverdracht in het belang van de minderjarige

Op 11 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een voogdijoverdrachtzaak. De zaak betreft de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboorteplaats 1]. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, heeft verzocht om ontslag van de voogdij over [minderjarige] ten gunste van haar grootmoeder vaderszijde, [grootmoeder vz]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds 2014 bij haar grootouders vaderszijde verblijft en zich daar positief ontwikkelt. De grootmoeder vz heeft een bereidverklaring overgelegd om de voogdij op zich te nemen, en de rechtbank achtte het in het belang van [minderjarige] dat de voogdij aan haar wordt overgedragen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De beschikking is gegeven door mr. De Beer, (kinder)rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier Bakker-Maljers.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/416323 / FA RK 23-5517
datum uitspraak: 11 januari 2024
beschikking betreffende voogdijoverdracht
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (de GI),
gevestigd te Middelburg,
betreffende de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboorteplaats 1] , hierna te noemen [minderjarige] .
Als belanghebbende in de onderhavige zaak wordt aangemerkt:
[grootmoeder vz] ,hierna te noemen de grootmoeder vaderszijde (vz) tevens pleegouder van [minderjarige] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van het navolgende stuk:
- het op 24 november 2023 ontvangen verzoek met bijlagen, waaronder de bereidverklaring van de grootmoeder vz en de instemmingsverklaring van de [minderjarige] .

2.De feiten

2.1
Uit de affectieve relatie van [naam 1] en [naam 2] is op [geboortedag 1] 2019 te [geboorteplaats 1] de [minderjarige] geboren.
2.2
Bij beschikking van deze rechtbank d.d. 30 oktober 2019 is het gezag van beide ouders beëindigd en is [stichting] , rechtsvoorganger van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, benoemd tot voogdes over [minderjarige] en haar [broer] .
2.3
[minderjarige] woont bij de grootmoeder vz.

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1
De GI verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, haar op grond van artikel 1:322 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek (BW) te ontslaan van de voogdij over [minderjarige] ten gunste van mevrouw [naam 3] .
3.2
De GI heeft een verklaring overgelegd waaruit blijkt dat de grootmoeder vz bereid is om de voogdij over [minderjarige] uit te voeren. Uit de onderbouwing van het verzoek volgt dat [minderjarige] sinds 2014 bij haar grootouders vaderszijde (vz) verblijft en dat zij zich hier naar haar mogelijkheden positief ontwikkelt. De grootouders zijn goed in staat om aan te sluiten bij hetgeen [minderjarige] nodig heeft. Het perspectief van [minderjarige] ligt dan ook binnen dit gezin. De GI acht in het belang van [minderjarige] dat de grootmoeder vz wordt belast met de voogdij, zodat zij voortaan de belangrijke beslissingen voor haar kan nemen.
3.2
Ingevolge artikel 1:322 BW kan iedere voogd zich van zijn bediening doen ontslaan, indien een daartoe bevoegd persoon zich schriftelijk heeft bereid verklaard de voogdij over te nemen, en de rechtbank deze overneming in het belang van de minderjarige acht.
3.3
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de inhoud van het verzoek, de bereidverklaring van de grootmoeder en de instemmingsverklaring van [minderjarige] is de rechtbank van oordeel dat het in het belang van de [minderjarige] is dat de voogdij wordt overgedragen aan de grootmoeder vz, mevrouw [grootmoeder vz] . Het verzoek zal daarom op onderstaande wijze worden toegewezen.
3.4
De rechtbank zal deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige] noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.
3.5
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

4.De beslissing

De rechtbank
ontslaat Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, als rechtsopvolger van [stichting] te [plaats] , van de voogdij over de [minderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2010 te [geboorteplaats 1] ;
benoemt [grootmoeder vz] , geboren op [geboortedag 2] 1964 te [geboorteplaats 2] tot voogdes over voornoemde [minderjarige] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de griffier om krachtens het bepaalde in het Besluit Gezagsregisters een aantekening te maken van deze beslissing in het centraal gezagsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Beer, (kinder)rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2024 in tegenwoordigheid van Bakker-Maljers, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.