Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 augustus 2023;
- de aanvullende producties 4 en 5 van [eiser] ;
- de aanvullende producties 4 en 5 van [gedaagden] ; en
- de mondelinge behandeling van 30 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de op die zitting door mr. Van den Heuvel voorgedragen en overgelegde spreekaantekeningen.
2.De feiten
3.Het geschil
- de hoofdsom van € 6.768,34;
- de wettelijke rente van € 16,32 over de periode 14 april tot 6 mei 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 6 mei 2023;
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 713,42;
- de kosten van deze procedure;
4.De beoordeling
“(…) heb je me mee gevraagd om bij [gedaagden] naar een waterschade te kijken die jij daar moest herstellen. We hebben ter plekke met [gedaagden] overlegd hoe jij dat best kon aanpakken, waarbij we al die werkzaamheden hebben doorgenomen.”[gedaagden] heeft deze gang van zaken onvoldoende weersproken, terwijl hij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld. Ook deze omstandigheid duidt erop dat [eiser] alle in de offerte genoemde werkzaamheden zou mogen uitvoeren.