ECLI:NL:RBZWB:2024:182
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een last onder dwangsom voor het gebruik van een perceel in strijd met het bestemmingsplan voor een vleesverwerkingsbedrijf
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 januari 2024, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld van een verzoeker die een last onder dwangsom heeft gekregen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam. Het college heeft de verzoeker gelast om het gebruik van zijn perceel voor een vleesverwerkingsbedrijf te staken, omdat dit in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er sprake is van een spoedeisend belang en het college bevoegd was om handhavend op te treden. De verzoeker had eerder een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend, maar deze was afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat de handhaving in het algemeen belang was. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in een eventuele bodemprocedure. De uitspraak bevestigt de noodzaak van handhaving van bestemmingsplannen en de bevoegdheid van het college om op te treden tegen overtredingen.