ECLI:NL:RBZWB:2024:1838
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- J. van Noort
- Rechtspraak.nl
Herstelbeschikking en aanpassing zorgregeling na kindbrief en kindgesprek in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 maart 2024 een herstelbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Mulder, had het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, terwijl in een eerdere beschikking ten onrechte was vermeld dat de vrouw dit had gedaan. Dit werd als een kennelijke schrijffout beschouwd, die eenvoudig kon worden hersteld. De rechtbank oordeelde dat op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een dergelijke fout gecorrigeerd kon worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2024 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, en was er ook een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De rechtbank heeft de zorgen van de minderjarige [minderjarige 1] over de zorgregeling in het ouderschapsplan serieus genomen. Na overleg met de ouders is er een voorlopige afwijkende zorgregeling afgesproken, waarbij [minderjarige 1] van maandag tot en met woensdag bij de vrouw verblijft, en één zondag per veertien dagen.
De rechtbank heeft besloten dat de onderlinge afspraken die in het ouderschapsplan zijn vastgelegd, deel uitmaken van de beschikking, mits deze in het belang van de minderjarigen zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.