ECLI:NL:RBZWB:2024:1838

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
C/02/416413 / FA RK 23-5569
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • J. van Noort
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking en aanpassing zorgregeling na kindbrief en kindgesprek in echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 maart 2024 een herstelbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Mulder, had het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, terwijl in een eerdere beschikking ten onrechte was vermeld dat de vrouw dit had gedaan. Dit werd als een kennelijke schrijffout beschouwd, die eenvoudig kon worden hersteld. De rechtbank oordeelde dat op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een dergelijke fout gecorrigeerd kon worden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2024 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, en was er ook een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De rechtbank heeft de zorgen van de minderjarige [minderjarige 1] over de zorgregeling in het ouderschapsplan serieus genomen. Na overleg met de ouders is er een voorlopige afwijkende zorgregeling afgesproken, waarbij [minderjarige 1] van maandag tot en met woensdag bij de vrouw verblijft, en één zondag per veertien dagen.

De rechtbank heeft besloten dat de onderlinge afspraken die in het ouderschapsplan zijn vastgelegd, deel uitmaken van de beschikking, mits deze in het belang van de minderjarigen zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
zaak/rekestnr: C/02/416413 / FA RK 23-5569 (echtscheiding)
beschikking d.d. 19 maart 2024
in de zaak van
[de man](hierna: de man),
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat: mr. J. Mulder te Rotterdam,
tegen
[de vrouw](hierna: de vrouw),
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
advocaat: mr. K.T.J.M. Pijls-olde Scheper te Roosendaal.
Ouders van de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2011 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2013 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2016 te [geboorteplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: - de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg (hierna: de Raad).
1. Het verdere procesverloop
1.1. De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van [datum] 2024 en alle daarin genoemde stukken;
- het F-formulier d.d. 25 januari 2024 van mr. Pijls-olde Scheper;
- het F-formulier d.d. 25 januari 2024 van mr. Mulder;
- het F-formulier d.d. 31 januari 2024 van mr. Pijls-olde Scheper;
- het F-formulier d.d. 5 maart 2024 van mr. Pijls-olde Scheper, met bijlagen.
1.2. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 7 maart 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen partijen, bijgestaan door hun advocaat. Tevens was aanwezig een vertegenwoordigster van de Raad

2.Het geschil en de beoordeling

Herstelbeschikking;
2.1.
Mr. Pijls-olde Scheper heeft bij F-formulier van 25 januari 2024 verzocht een herstelbeschikking af te geven, nu in de beschikking van [datum] 2024 staat dat de vrouw de echtscheiding verzoekt. De man heeft het verzoekschrift tot echtscheiding ingediend en niet de vrouw. Dit betreft een kennelijke schrijffout. Mr. Mulder heeft bij F-formulier van 25 januari 2024 ingestemd met de verzochte herstelbeschikking.
2.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) is het mogelijk om een beschikking te verbeteren indien daarin sprake is van een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank is van oordeel dat in de beschikking van [datum] 2024 sprake is van een kennelijke (schrijf)fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal haar beschikking d.d. van [datum] 2024 dan ook op onderstaande wijze verbeteren.
Aanhechten ouderschapsplan;
2.3.
In voornoemde beschikking van [datum] 2024 is de echtscheiding in het tussen partijen gesloten huwelijk uitgesproken en voorts is bepaald dat het echtscheidingsconvenant aan de beschikking wordt gehecht en de inhoud deel uitmaakt van de beschikking.
2.4.
Ten aanzien van het verzoek van partijen om het door hen ondertekende ouderschapsplan aan de beschikking te hechten en te bepalen dat de inhoud deel uitmaakt van de beschikking, heeft de rechtbank in voornoemde beschikking van [datum] 2024 overwogen dat het emailbericht van de [minderjarige 1] aan de rechtbank en het tijdens het daaropvolgende kindgesprek met de kinderrechter - waaruit samengevat volgt dat [minderjarige 1] zich niet fijn voelt bij de verdeling die ouders zijn overeengekomen in het ouderschapsplan - voor de rechtbank aanleiding vormde om ouders uit te nodigen voor een mondelinge behandeling. Tijdens deze mondelinge behandeling op 7 maart 2024 is met ouders gesproken over de wensen van [minderjarige 1] . Hierbij is duidelijk geworden dat er zorgen zijn over [minderjarige 1] . Ouders zijn overeengekomen dat zij hiervoor de hulp zullen inschakelen van [naam] uit [plaats]. Verder zijn ouders tijdens de mondelinge behandeling in afwijking van de overeengekomen zorgregeling in het ouderschapsplan voor [minderjarige 1] – mede gelet op haar wensen – voorlopig een afwijkende regeling overeengekomen inhoudende dat [minderjarige 1] van maandag (na school) tot en met woensdag bij de vrouw verblijft, alsmede gedurende één zondag per veertien dagen op het moment dat andere kinderen volgens het ouderschapsplan ook bij de vrouw verblijven. De man zal [minderjarige 1] de eerste keer (na de zitting) op maandag na school naar de vrouw brengen.
2.5.
Gelet op de overeenstemming tussen partijen en nu niet gebleken is dat het belang van de minderjarigen zich daartegen verzet, zal de rechtbank bepalen dat de tussen partijen onderling getroffen regelingen die zijn opgenomen in het ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking.

3.De beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat rechtsoverweging 3.1. van de beschikking van [datum] 2024 wordt gewijzigd, in die zin dat de bepaling:
“3.1. De vrouw verzoekt de echtscheiding in het tussen partijen gesloten huwelijk uit te spreken. Zij heeft daartoe gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Door de man is dit niet betwist.”
wordt gewijzigd in:
“3.1. De man verzoekt de echtscheiding in het tussen partijen gesloten huwelijk uit te spreken. Hij heeft daartoe gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Door de vrouw is dit niet betwist.”
bepaalt dat de onderlinge regelingen uit het aangehechte en door de griffier gewaarmerkte ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking, zulks met inachtneming van hetgeen hierover in rechtsoverweging 2.4. met betrekking tot de [minderjarige 1] is overwogen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Noort, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2024, in tegenwoordigheid van De Pooter, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.