In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 maart 2024 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek van een minderjarige, die via een informele rechtsingang om wijziging van de contactregeling met haar vader vroeg. De minderjarige, geboren in 2008, heeft sinds de zomervakantie van 2023 geen contact meer met haar vader en heeft aangegeven bij haar moeder te willen wonen. De ouders zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over de minderjarige, met afspraken over de zorg- en opvoedingstaken vastgelegd in een ouderschapsplan. De moeder heeft een procedure gestart die ook de contactregeling betreft, en de kinderrechter heeft besloten om de zaak van de minderjarige aan te houden om te voorkomen dat de procedures elkaar kruisen. De kinderrechter heeft de ouders erop gewezen dat de vader geen druk zal uitoefenen op de minderjarige en dat zij in de andere procedure haar wensen kan kenbaar maken. De kinderrechter heeft de zaak afgesloten en de minderjarige hierover geïnformeerd.