ECLI:NL:RBZWB:2024:1894

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
C/02/418608 / JE RK 24-165
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellen zorgregeling voor minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024 een beschikking gegeven over de zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft de ouders van de minderjarige, de moeder en de vader, als belanghebbenden aangemerkt. De procedure begon met een verzoekschrift van de GI op 31 januari 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 maart 2024, waarbij de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder was niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de minderjarige gezamenlijk door de ouders wordt uitgeoefend, maar dat de minderjarige bij de moeder woont. De kinderrechter heeft eerder, op 3 november 2022, de minderjarige onder toezicht gesteld van de GI, met een verlenging tot 3 november 2024. De GI heeft verzocht om een duidelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, met als doel om de spanningen tussen de ouders te verminderen en de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.

De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI grotendeels toegewezen, met uitzondering van de tussentijdse telefonisch/beeldbelcontacten tussen de minderjarige en de andere ouder tijdens de zomervakantie, die als onuitvoerbaar zijn beoordeeld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders zich richten op hun eigen opvoedingstaken en dat de minderjarige in een stabiele omgeving kan opgroeien. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de zorgregeling onmiddellijk kan ingaan, ook in het geval van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/418608 / JE RK 24-165
Datum uitspraak: 22 maart 2024
Beschikking van de kinderrechter over de vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
gevestigd te Middelburg,
hierna te noemen: de GI.
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2019 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] .
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in zijn beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 31 januari 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 31 januari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 maart 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- een vertegenwoordigster van de GI.
1.3.
De moeder is ondanks behoorlijke oproeping niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
2.2.
[minderjarige] woont bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 3 november 2022 is [minderjarige] door de kinderrechter onder toezicht gesteld van de GI met ingang van 3 november 2022 en tot 3 november 2023. Die maatregel is laatstelijk verlengd tot 3 november 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt, met uitvoerbaar bij voorraadverklaring, op grond van artikel 1:265g lid 1 BW als volgt een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen:
- Wisseldag en wisseltijden conform beschikking d.d. 14 februari 2023.
- Tijdens ziekte van [minderjarige] en/of haar ouders loopt de zorgregeling conform beschikking; vader haalt en brengt [minderjarige] .
- Wisselmomenten zijn op school tenzij er een schoolvakantie of een studiedag is, dan wordt het volgende verzocht:
o ophalen: vader of netwerk van vader staat met de auto in de straat van de moeder van [minderjarige] en wacht in de auto, moeder draagt er zorg voor dat [minderjarige] om 12.00 uur naar de auto van vader loopt;
o brengen: vader of netwerk van vader zet [minderjarige] af in de straat van haar moeder en als moeder de voordeur open doet, rijdt vader weg;
o ingeval van ziekte van [minderjarige] tijdens schoolweken, appt de ouder bij wie [minderjarige] is de andere ouder en is de wisseltijd 14.00 uur bij moeder thuis en regelt vader of het netwerk van vader halen / brengen;
- De kleding die [minderjarige] draagt als ze vertrekt van de ene ouder, draagt ze ook als zij terug komt.
- Schooltas neemt [minderjarige] zelf steeds mee naar de ouder bij wie ze is.
- Gymtas neemt [minderjarige] op laatste schooldag voor vakantie mee naar de ouder bij wie ze dan is, die ouder wast de spullen en draagt er zorg voor dat de tas bij [minderjarige] is op haar eerste schooldag na de vakantie.
- Ouders dragen zorg voor schooltas met inhoud (beker, broodtrommel, tas) en gymtas met inhoud (schoenen, broekje, shirt) per schooljaar om en om: 2023 vader schooltas en moeder gymtas, 2024 moeder schooltas en vader gymtas, enzovoort.
- Schoolrapport gaat mee met de ouder die haar ophaalt van school. Bij het wisselmoment gaat het rapport mee naar de andere ouder en deze ouder zorgt dat het rapport terug komt op school.
Wisseldag en wisseltijden in de vakanties vinden plaats conform beschikking d.d. 14 februari 2023:
- Tijdens de voorjaarsvakantie is [minderjarige] bij moeder.
- Tijdens de meivakantie;
o 1e week is [minderjarige] bij vader.
o 2e week is [minderjarige] bij moeder.
- Tijdens de zomervakantie;
o de eerste 3 weken van de zomervakantie is [minderjarige] bij vader.
o de laatste 3 weken van de zomervakantie is [minderjarige] bij moeder.
- Tussentijds telefonisch/beeldbelcontact tussen [minderjarige] en moeder tijdens de zomervakantie;
o tweemaal per week op dinsdag en vrijdag om 18.30 uur.
- Tijdens de herfstvakantie is [minderjarige] bij vader;
- Tijdens de kerstvakantie;
o 1e week is [minderjarige] bij vader.
o 2e week is [minderjarige] bij moeder.
Feestdagen en verjaardagen worden gevierd daar waar [minderjarige] is volgens de zorgregeling en schoolvakanties. Uitzonderingen:
- Kerstdagen bij vader, oud & nieuw bij moeder.
- Kinderfeestje wordt om en om georganiseerd door vader/moeder, te beginnen in 2024 door vader.
- Afzwemmen, diploma conform de zorgregeling.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoek. In dat kader merkt de GI nog wel op dat de tussentijdse telefonisch/beeldbelcontacten tijdens de zomervakantie van tweemaal per week alleen zijn verzocht voor de moeder en [minderjarige] , maar dat dit ook voor de vader en [minderjarige] zou moeten gelden als de kinderrechter het verzoek zoals verzocht toewijst. Het moet voor beide ouders gelden of voor beide ouders niet. De GI erkent dat over de kwaliteit van de contactmomenten niets kan worden vastgelegd en begrijpt daarom ook de vrees van de vader als het gaat om de teleurstelling voor [minderjarige] als een telefonisch/beeldbelcontact met de andere ouder geen doorgang kan vinden. Verder heeft de GI toegelicht dat de ouders de ouderschapsbemiddeling gericht op [traject] hebben afgerond. Zij zijn op diverse punten tot overeenstemming gekomen met als resultaat dat er een concept ouderschapsplan is. Op enkele punten lukt het de ouders niet om overeenstemming te bereiken. Dit ziet met name op de vakanties, belangrijke (feest)dagen en (telefonische) contactmomenten. Om duidelijkheid te creëren en discussies tussen de ouders te voorkomen, verzoekt de GI om naast de reguliere zorgregeling ook de overige belangrijke (feest)dagen, vakanties en (telefonische) contactmomenten vast te leggen. Als dat niet wordt gedaan, bestaat de kans dat [minderjarige] wordt belast met spanningen en discussies tussen de ouders of kan er zelfs een situatie ontstaat waarbij [minderjarige] en de vader elkaar alleen volgens de reguliere zorgregeling te weten eenmaal per 14 dagen van donderdagochtend 12.00 uur tot dinsdagochtend 12.00 uur zien. Die zorgregeling zijn de ouders tijdens de mondelinge behandeling in januari 2023 overeengekomen en is ook zo opgenomen in de beschikking van 14 februari 2023. Bij het vaststellen van de zorgregeling moet er volgens de GI zoveel mogelijk structuur en zo min mogelijk schakelmomenten voor [minderjarige] worden ingebouwd. Daarnaast is het belangrijk dat de meeste overdrachtsmomenten op school plaatsvinden, waarbij er geen fysiek contact tussen de ouders hoeft te zijn. Het is belangrijk dat de zorgregeling zo specifiek en gedetailleerd als verzocht wordt vastgelegd, omdat de ouders op dit moment helemaal geen contact met elkaar hebben. De verzochte verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is vormgegeven door het advies vanuit Juvent, die met de ouders het traject heeft doorlopen. Tot slot geeft de GI aan dat het goed gaat met [minderjarige] , maar dat er zorgen zijn over de situatie bij de moeder thuis. De GI zet daarin stappen, maar het is lastig om te bepalen wat op dit moment het beste is voor [minderjarige] .
4.2.
De vader heeft aangegeven dat het belangrijk is dat er een zorgregeling wordt vastgesteld. Er moet rust en duidelijkheid komen. Zeker nu de oudercommunicatie niet mogelijk is. Bij het vaststellen van de zorgregeling vindt de vader het zeer belangrijk dat het belang van [minderjarige] steeds voorop staat. Het enige dat de vader wil opmerken over de zorgregeling zoals door de GI verzocht, is dat het tussentijds telefonisch/beeldbelcontact tussen [minderjarige] en moeder tijdens de zomervakantie van tweemaal per week een goed streven is, maar in de praktijk eigenlijk niet uitvoerbaar is. Dit door een tijdsverschil, slechte wifi of internetverbinding met als gevolg dat er niet op het afgesproken tijdstip wordt gebeld of dat er op een onrustige plek naar de andere ouder wordt gebeld. Op die manier kunnen de telefonisch/beeldbelcontacten juist zorgen voor teleurstelling bij [minderjarige] . Verder gaat het ondanks de omstandigheden en de verschillende opvoedsituaties van de ouders goed met [minderjarige] . Zij is vrolijk en opgewekt. Wel maakt hij zich zorgen over het loyaliteitsconflict waarin [minderjarige] zit, hetgeen zich uit in pleasegedrag. De vader zou willen dat [minderjarige] onbevangen zichzelf kan zijn. Dat heeft zij nooit gekund. Er moet echt worden gekeken naar wat het beste voor [minderjarige] is. Daarbij hoort ook dat [minderjarige] door beide ouders op een positieve manier wordt gestimuleerd om naar de andere ouder te gaan en dat beide ouders [minderjarige] gunnen dat zij een fijne tijd bij de andere ouder heeft. Dat gebeurt op dit moment nog niet aan de zijde van de moeder. De vader voelt zich gediskwalificeerd als ouder. Tot slot vindt hij het belangrijk om, in het belang van zijn dochter en om haar te beschermen, aan te geven dat hij zich zorgen maakt om de psychische gesteldheid van de moeder.

5.De beoordeling

5.1.
Ingevolge artikel 1:265g lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan de kinderrechter gedurende de ondertoezichtstelling op verzoek van de GI een verdeling van de zorg- en opvoedtaken vaststellen indien dat in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
5.2.
Naar aanleiding van hetgeen is besproken, stelt de kinderrechter vast dat de door de ouders gemaakte afspraken zoals neergelegd in het (concept) ouderschapsplan een goede basis zijn voor het ouderschap en de verdere toekomstige opvoeding van [minderjarige] . Tegelijkertijd is gebleken dat de ouders op sommige punten te weten de vakanties, belangrijke (feest)dagen en (telefonische) contactmomenten niet tot overeenstemming zijn gekomen. Nu de ouders het [traject] hebben afgerond en zij op dit moment helemaal geen contact met elkaar hebben, is het noodzakelijk dat er een duidelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de kinderrechter wordt vastgesteld. Dit ook om discussies en spanningen tussen de ouders in de toekomst te voorkomen, waarmee [minderjarige] kan worden belast.
5.3.
De kinderrechter vindt het positief om te horen dat de ouders naast de afspraken uit het (concept) ouderschapsplan ook overeen zijn gekomen dat [minderjarige] en de vader elkaar eenmaal per 14 dagen van donderdagochtend 12.00 uur tot dinsdagochtend 12.00 uur zien. Dit is ook opgenomen in de beschikking van 14 februari 2023. Dat de wisseldagen en wisseltijden plaatsvinden conform beschikking van 14 februari 2023 zal de kinderrechter daarom toewijzen. Verder stelt de kinderrechter vast dat ook over de overige punten van het verzoek goed is nagedacht. Zo is de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vormgegeven op advies van Juvent, die het traject met de ouders heeft doorlopen. De kinderrechter is van oordeel dat de vakanties en (feest)dagen evenredig zijn verdeeld tussen de ouders en dat er op deze manier voldoende structuur voor [minderjarige] is en de schakelmomenten beperkt zijn. Hij is dan ook van oordeel dat de verzochte zorgregeling in het belang van [minderjarige] is. Daarbij komt dat tijdens de mondelinge behandeling geen bezwaar is gemaakt tegen de vaststelling van de zorgregeling zoals verzocht.
In afwijking van hetgeen de GI heeft verzocht, zal de kinderrechter de tussentijdse telefonisch/beeldbelcontacten tussen [minderjarige] en (naar de kinderrechter begrijpt) de andere ouder tijdens de zomervakantie van tweemaal per week op dinsdag en vrijdag om 18.30 uur afwijzen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het afgelopen zomer lastig was om de telefonisch/beeldbelcontacten tussen [minderjarige] en de andere ouder goed uit te voeren. Dit vanwege het mogelijke tijdsverschil, de slechte internetverbinding of de locatie waarvandaan wordt gebeld. Naast de praktische bezwaren en de teleurstelling die het bij [minderjarige] teweeg kan brengen als een telefonisch/beeldbelcontact met de andere ouder geen doorgang kan vinden, vindt de kinderrechter het in het kader van het [traject] juist van belang dat beide ouders zich gaan focussen op hun eigen opvoeding en (vakantie)tijd met [minderjarige] . Dat brengt ook met zich mee dat de ouders moeten leren om [minderjarige] en het contact met haar los te laten wanneer zij bij de andere ouder is en erop moeten leren vertrouwen dat [minderjarige] het bij de andere ouder goed heeft.
5.4.
Dit houdt in dat de kinderrechter de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt vaststelt:
- Wisseldag en wisseltijden conform beschikking d.d. 14 februari 2023.
- Tijdens ziekte van [minderjarige] en/of haar ouders loopt de zorgregeling conform beschikking vader haalt en brengt [minderjarige] .
- Wisselmomenten zijn op school tenzij er een schoolvakantie of een studiedag is, dan wordt het volgende verzocht:
o ophalen: vader of netwerk van vader staat met de auto in de straat van de moeder van [minderjarige] en wacht in de auto, moeder draagt er zorg voor dat [minderjarige] om 12.00 uur naar de auto van vader loopt;
o brengen: vader of netwerk van vader zet [minderjarige] af in de straat van haar moeder en als moeder de voordeur open doet, rijdt vader weg;
o ingeval van ziekte van [minderjarige] tijdens schoolweken, appt de ouder bij wie [minderjarige] is de andere ouder en is de wisseltijd 14.00 uur bij moeder thuis en regelt vader of het netwerk van vader halen / brengen;
- De kleding die [minderjarige] draagt als ze vertrekt van de ene ouder, draagt ze ook als zij terug komt.
- Schooltas neemt [minderjarige] zelf steeds mee naar de ouder bij wie ze is.
- Gymtas neemt [minderjarige] op laatste schooldag voor vakantie mee naar de ouder bij wie ze dan is, die ouder wast de spullen en draagt er zorg voor dat de tas bij [minderjarige] is op haar eerste schooldag na de vakantie.
- Ouders dragen zorg voor schooltas met inhoud (beker, broodtrommel, tas) en gymtas met inhoud (schoenen, broekje, shirt) per schooljaar om en om: 2023 vader schooltas en moeder gymtas, 2024 moeder schooltas en vader gymtas, enzovoort.
- Schoolrapport gaat mee met de ouder die haar ophaalt van school. Bij het wisselmoment gaat het rapport mee naar de andere ouder en deze ouder zorgt dat het rapport terug komt op school.
Wisseldag en wisseltijden in de vakanties vinden plaats conform beschikking d.d. 14 februari 2023:
- Tijdens de voorjaarsvakantie is [minderjarige] bij moeder.
- Tijdens de meivakantie;
o 1e week is [minderjarige] bij vader.
o 2e week is [minderjarige] bij moeder.
- Tijdens de zomervakantie;
o de eerste 3 weken van de zomervakantie is [minderjarige] bij vader.
o de laatste 3 weken van de zomervakantie is [minderjarige] bij moeder.
- Tijdens de herfstvakantie is [minderjarige] bij vader;
- Tijdens de kerstvakantie;
o 1e week is [minderjarige] bij vader.
o 2e week is [minderjarige] bij moeder.
Feestdagen en verjaardagen worden gevierd daar waar [minderjarige] is volgens de zorgregeling en schoolvakanties. Uitzonderingen:
- Kerstdagen bij vader, oud & nieuw bij moeder.
- Kinderfeestje wordt om en om georganiseerd door vader/moeder, te beginnen in 2024 door vader.
- Afzwemmen, diploma conform de zorgregeling.
5.5.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige] noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.
5.6.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast en bepaalt deze zoals opgenomen in rechtsoverweging 5.4;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Beer, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.