Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] ;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 13 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1992. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, zoals levensgevaar en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar haar advocaat, een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige waren wel aanwezig. De rechtbank heeft besloten dat de behandeling van het verzoek zonder de aanwezigheid van de betrokkene voortgezet kon worden, omdat zij niet bereid was om te verschijnen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het zorgplan. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Poll en is op 22 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt.