Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] ;
11 september 2024;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een minderjarige betrokkene, geboren in 2007. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) aansluitend op een eerder opgelegde crisismaatregel. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf, zijn ouders en een kinder- en jeugdpsychiater, zijn gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een autismespectrumstoornis en andere gerelateerde problemen, die leiden tot ernstig nadeel in de vorm van levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg, zoals toediening van vocht, voeding en medicatie, en beperking van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk geacht, met uitzondering van het uitoefenen van toezicht, dat niet als noodzakelijk werd beschouwd.
De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 11 september 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J. van de Merbel en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. Verplanke. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.