ECLI:NL:RBZWB:2024:1923

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 maart 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
C/02/419940 / FA RK 24/1106
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1955. De officier van justitie had op 8 maart 2024 verzocht om deze voortzetting, na een eerdere crisismaatregel die op 7 maart 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, een psychiater in opleiding en een verpleegkundige aanwezig. De betrokkene gaf aan dat zij meewerkt aan de hulpverlening en haar medicatie naar behoren inneemt, maar ook dat zij angstig is voor een aanstaande CT-scan en vreest voor een terugval in ongewenst gedrag. De psychiater in opleiding bevestigde dat er bij de betrokkene sprake is van een bipolaire stoornis en dat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is om haar te beschermen tegen ernstig nadeel.

De rechtbank oordeelde dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van de betrokkene, dat voortvloeit uit haar psychische stoornis. De rechtbank achtte het noodzakelijk om verplichte zorg te verlenen, waaronder toediening van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene, ondanks haar recente medewerking, nog niet voldoende stabiel is om zonder deze maatregelen te functioneren. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend tot en met 1 april 2024, waarbij de rechtbank de overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg afwees, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Van de Merbel en is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/419940 / FA RK 24/1106
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 8 maart 2024, ingekomen ter griffie op 8 maart 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 7 maart 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 7 maart 2024;
- een episode journaal van 7 maart 2024;
- de medische verklaring van 7 maart 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1] , psychiater in opleiding;
- mw. [naam 2] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat zij momenteel meewerkt aan de ingezette hulpverlening. Zij neemt haar medicatie sinds afgelopen vrijdag naar behoren in. Betrokkene erkent dat er hiervoor sprake is geweest van dwaalgedrag. Zij ziet nu in dat dat gedrag verkeerd is en geeft aan dit niet meer te zullen doen. Betrokkene heeft binnenkort een CT-scan. Zij is angstig voor de uitslag. Ook is betrokkene bang dat zij terugvalt in haar oude patronen. Daarom wil betrokkene graag bij Stichting Emergis blijven. Zij is het met de psychiater in opleiding eens dat het het beste is om de crisismaatregel voort te zetten. Tot slot benadrukt betrokkene dat zij overal aan mee wil werken.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat verzocht om het verzoek toe te wijzen. De advocaat erkent dat betrokkene momenteel is ontregeld. Betrokkene vindt het fijn als de crisismaatregel – en de daarmee gepaard gaande verplichte inname van medicatie – wordt voortgezet. Betrokkene ziet nu ook in dat het vanwege de (verplichte) opname beter met haar gaat. Daarnaast beschermt de crisismaatregel betrokkene tegen ongewenste situaties zoals dwaalgedrag en een eventuele terugval.
3.3
De psychiater in opleiding stelt dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire stoornis. Hij geeft aan dat betrokkene in eerste instantie vrijwillig bij Stichting Emergis verbleef. Dit leverde echter niet het gewenst resultaat op. Er was sprake van dwaalgedrag en betrokkene weigerde de inname van de noodzakelijk geachte medicatie. Hierdoor was een crisismaatregel noodzakelijk. Door de (gedwongen) inzet van de medicatie ziet de psychiater in opleiding sinds afgelopen vrijdag verbetering in het toestandsbeeld van betrokkene. De psychiater in opleiding vindt dat de crisismaatregel moet worden voortgezet, zodat betrokkene gestructureerd de medicatie kan (blijven) innemen. Daar staat betrokkene namelijk ook nu nog geregeld afwijzend tegenover. De psychiater in opleiding neemt hierbij ook in aanmerking dat betrokkene, door de angst die de CT-scan met zich mee brengt, elk moment kan ontregelen. Voor wat betreft de vormen van verplichte zorg is de psychiater in opleiding van mening dat kan worden volstaan met het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het opnemen in een accommodatie.
3.4
De verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen de psychiater in opleiding tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. De psychiater in opleiding heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis. De psychische stoornis is door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat er sprake is van dwaalgedrag. Uit de medische verklaring volgt dat betrokkene regelmatig de afdeling verlaat om vervolgens met de fiets of het openbaar vervoer te reizen. Eenmaal terug op de afdeling is betrokkene chaotisch en agressief. Hiermee veroorzaakt zij overlast voor derden. Verder kan betrokkene geagiteerd raken bij tegenspraak.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater in opleiding tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene, anders dan voorheen, sinds afgelopen vrijdag meewerkt aan de noodzakelijk geachte zorg. Zo heeft betrokkene aangegeven dat zij op dit moment naar behoren de medicatie inneemt. De psychiater in opleiding ziet sinds afgelopen vrijdag een verbetering van het toestandsbeeld van betrokkene. De rechtbank vindt het positief dat betrokkene aangeeft dat zij overal aan wil meewerken en dit ook lijkt te doen, maar stelt tegelijkertijd vast dat het herstel van betrokkene nog erg pril is. De rechtbank is daarom van oordeel dat de vrijwilligheid van betrokkene om mee te werken aan de noodzakelijk geachte zorg op dit moment nog niet bestendig genoeg is. Bovendien blijft betrokkene op momenten afwijzend staan tegenover inname van de medicatie. Daarnaast neemt de rechtbank ook in aanmerking dat door en namens betrokkene zelf is aangegeven dat de voortzetting van de crisismaatregel haar kan beschermen tegen een terugval in ongewenst gedrag.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene weigert hulpverlening waardoor de situatie onhoudbaar is geworden.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
1 april 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op [geboortedag] 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.