Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Stichting Jeugdbescherming west Zeeland,
1.Het verloop van de procedure
- de moeder;
- de partner van de moeder;
- de vader;
- de partner van de vader;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 1 maart 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor een periode van negen maanden, omdat er zorgen zijn over de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van de kinderen. De ouders, die beiden het ouderlijk gezag uitoefenen, zijn gescheiden en de kinderen wonen bij hun moeder. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de ouders, hun partners en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter heeft de mening van de minderjarigen gehoord en vastgesteld dat zij klem zitten tussen de ouders, wat leidt tot een loyaliteitsconflict. De kinderrechter oordeelt dat de hulpverlening die de ouders hebben ontvangen onvoldoende is gebleken om de situatie te verbeteren. Daarom is besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland, met als doel de ouders te ondersteunen in het verbeteren van hun communicatie en samenwerking. De ondertoezichtstelling gaat in op 1 maart 2024 en duurt tot 1 december 2024, met de beschikking die uitvoerbaar is bij voorraad.