Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde sub 1] B.V.,
2.
[gedaagde sub 2] B.V.,
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
2.De feiten
“Deze overeenkomst is geldig tussen 01 september 2021 en voor onbepaalde periode.
“Naar aanleiding van onze prettig gesprek zet ons gespreksverslag op papier zoals afgesproken.Wij hebben een schriftelijke afspraak op januari 2022 met elkaar gemaakt. mbt samenwerken en samen eigenaar zijn van het zorginstelling [gedaagde sub 2] BV.Jij hebt aangegeven dat jij per direct je samenwerkingsovereenkomst wil beëindigen. Jij hebt voorgesteld om de cliënten van [gedaagde sub 2] BV over te nemen en de Liquide middelen wat op de [gedaagde sub 2] BV zit te gaan delen.- Jij wilt geen dit doen voor de winstdeling in Turkije zie overeenkomst van dd 01 01 2022- U wilt afstand doen van de tegoeden bij de cliënten van [gedaagde sub 2] BV. Dat wil je ook overdragen aan mij.- U geen contact meer gaan zoeken bij huidige cliënten van [gedaagde sub 2] mocht je dat toch doen dan zal u een boete van 5000,00 per client per maand gaat betalen- Over de verkoop van de pand op de [adres] wordt de winst (verschil) tussen de hypotheek en de verkoopbedrag door twee gedeeld waar de 50% aan u en de andere 50% wordt aan mij uitgekeerd(…)”
“Ik heb gelezen en begrijpen. Ik zal aan mijn afspraak houden”
3.Het geschil
uitvoerbaar bij voorraad:
4. De beoordelingOvereenkomst van opdracht
Wat is de inhoud van de overeenkomst van opdracht?
Heeft [eiser] werkzaamheden verricht?
Zijn de werkzaamheden betaald?
vordering I)
.Bij tussentijdse beëindiging, zoals hier het geval is, is er volgens artikel 7:411 lid 1 BW enkel recht op een naar redelijkheid vast te stellen loon. De rechtbank begrijpt uit de stellingen van [eiser] dat partijen hiervan af zijn geweken door op 6 december 2022 overeen te komen dat [eiser] nog steeds recht heeft op de helft van de netto winst na verkoop. [gedaagde sub 3] heeft deze afspraak onvoldoende weersproken. De door [eiser] gevorderde verklaring voor recht jegens [gedaagde sub 3] is in zoverre dan ook toewijsbaar, hoewel het maar de vraag is of [eiser] belang heeft bij deze verklaring voor recht, gelet op het volgende.
vordering II). [eiser] is ervan op de hoogte dat [gedaagde sub 3] haar aandelen in [gedaagde sub 1] heeft verkocht. Daardoor heeft zij geen zeggenschap meer over [gedaagde sub 1] , noch over de verkoop van het pand, dat immers eigendom is van [gedaagde sub 1] . Zij kan [eiser] dan ook niet informeren over de eventuele verkoop van het pand. Dat betekent dat [eiser] geen belang meer heeft bij deze vordering. Afwijzing van vordering II betekent dat ook de gevorderde dwangsom (
vordering III) wordt afgewezen.
Conservatoir beslag
Beloning werkzaamheden [gedaagde sub 2]
vordering V) is gebaseerd op de overeenkomst van opdracht. Nu vast staat dat [eiser] werkzaamheden voor [gedaagde sub 2] heeft verricht, is de gevorderde verklaring voor recht dat [eiser] op [gedaagde sub 3] een vordering heeft van de helft van de netto winst die [gedaagde sub 2] in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 in Nederland en Turkije (buiten de [provincie] ) behaalde toewijsbaar.
vordering VI) is ook toewijsbaar. Het is immers een verplichting van [gedaagde sub 3] die ziet op een periode voor de overdracht van de aandelen in [gedaagde sub 2] . De gevorderde dwangsom (
vordering VII) die ziet op het geven van de opdracht aan de accountant binnen een week zal ook worden toegewezen.
Beslagkosten
Proceskosten