Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 januari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Standpunten van partijen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om hem een Wajong-uitkering toe te kennen beoordeeld. Eiser, geboren in 1992, heeft een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die eerder in 2012 was afgewezen. De rechtbank behandelt de vraag of er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om terug te komen op het eerdere besluit. Eiser heeft aangevoerd dat zijn recente diagnoses, waaronder ADD en PTSS, niet zijn meegenomen in de eerdere beoordeling. De rechtbank oordeelt dat de diagnose PTSS geen nieuw feit is, maar dat de diagnose ADD wel als nieuw feit kan worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze nieuwe diagnose niet is meegenomen in de beoordeling. De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen en stelt een termijn van acht weken in om dit te doen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.