ECLI:NL:RBZWB:2024:1989
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het begrip 'bioscopen' in relatie tot omzetbelastingtarieven
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 maart 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. gevestigd in België, tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. Het geschil betreft de vraag of de door belanghebbende verrichte diensten, die betrekking hebben op het verlenen van toegang tot een audiovisuele voorstelling, onder het verlaagde omzetbelastingtarief vallen. Belanghebbende had over de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 september 2022 een bedrag van € 15.528 op aangifte voldaan, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank behandelt de argumenten van belanghebbende en concludeert dat de diensten niet kunnen worden gekwalificeerd als het verlenen van toegang tot bioscopen in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. De rechtbank legt uit dat het begrip 'bioscopen' strikt moet worden geïnterpreteerd en dat de projectie van beelden en geluidseffecten tijdens een wandeling niet onder deze definitie valt. Hierdoor is het verlaagde omzetbelastingtarief niet van toepassing op de diensten van belanghebbende.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is en dat belanghebbende geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.