In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 maart 2024, vordert de vrouw vervangende toestemming om medische adviezen en therapieën voor haar minderjarige kind, [minderjarige 1], op te volgen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.A. Geerts, heeft de man, vertegenwoordigd door mr. A. van Tol-Macharoblishvili, aangeklaagd. De vrouw stelt dat [minderjarige 1] dringend hulp nodig heeft, waaronder SI-therapie en traumatherapie, en dat de man zijn toestemming hiervoor weigert. De man betwist de spoedeisendheid van de vorderingen en stelt dat er al een procedure loopt bij Sterk Huis voor passende zorg.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er spoedeisend belang is bij de vorderingen van de vrouw, gezien de dringende behoefte aan therapie voor [minderjarige 1]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook bevestigd dat het in het belang van het kind is om snel met de therapieën te starten. De voorzieningenrechter verleent de vrouw vervangende toestemming voor de medische adviezen en de therapieën, en oordeelt dat de man de helft van de kosten van de therapieën moet betalen, indien deze niet door de verzekering of gemeente worden gedekt. De vordering van de vrouw om met de minderjarigen op vakantie te gaan naar Turkije wordt afgewezen, omdat de man inmiddels de benodigde toestemmingsformulieren heeft ondertekend. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.