ECLI:NL:RBZWB:2024:2003
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Zuijdweg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vervangende toestemming voor erkenning en wijziging gezag na intrekking door verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarige. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.J.F. Snoek, had verzocht om vervangende toestemming voor erkenning van zijn kind, geboren op [geboortedag] 2014, en om gezamenlijk ouderlijk gezag. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Tiggelaar, was het niet eens met dit verzoek en voerde aan dat de man onvoldoende betrokkenheid had getoond in het leven van het kind en dat erkenning schadelijk zou zijn voor de emotionele ontwikkeling van het kind.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 februari 2024 waren de man en de bijzondere curator niet verschenen, terwijl de vrouw en haar advocaat wel aanwezig waren. De bijzondere curator, mr. V.C. Serrarens, had eerder geadviseerd om het verzoek van de man toe te wijzen, maar de vrouw betwistte dit advies. De rechtbank heeft de verzoeken van de man aangehouden in afwachting van verdere hulpverleningstrajecten en de uitkomst daarvan.
Op 14 maart 2024 heeft de man zijn verzoeken ingetrokken, en de vrouw heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze intrekking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken niet meer voorliggen en heeft deze afgewezen. De beslissing is genomen door rechter mr. M. Zuijdweg en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. De Haas. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open.