ECLI:NL:RBZWB:2024:2016

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
C/02/420100 / FA RK 24/1195
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging zonder voorafgaand tijdelijk verplichte zorg

Op 14 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1999, die momenteel verblijft in een GGz-instelling. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die eerder was verleend op 29 september 2023, waarbij de betrokkene onder andere ambulante zorg kreeg. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De curator, die als belanghebbende werd aangemerkt, was niet persoonlijk aanwezig maar heeft zijn standpunt per e-mail kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft overwogen dat de betrokkene momenteel niet in staat is om zijn medicatie trouw in te nemen en dat er een risico bestaat op psychische decompensatie als hij terugkeert naar huis. De psychiater en behandelaars hebben aangegeven dat opname in een accommodatie noodzakelijk is totdat er een passende vervolgplek is gevonden. De rechtbank heeft besloten de zorgmachtiging te wijzigen, zodat de betrokkene kan worden opgenomen in een accommodatie en zijn bewegingsvrijheid kan worden beperkt tot 29 september 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Jong, met mr. Wallerbos als griffier, en is op 26 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/420100 / FA RK 24/1195
Wijziging zorgmachtiging
Beschikking van 14 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie van GGz Breburg te [plaats 1] , [locatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.J. Woodrow te Tilburg.
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
WELLENS-GOEDHART BEWINDVOERING B.V., kantoorhoudende te Zevenbergen, in diens hoedanigheid van curator over betrokkene, hierna te noemen: de curator.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 maart 2024, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de bij beschikking van deze rechtbank van 29 september 2023 gegeven zorgmachtiging. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke d.d. 22 februari 2024;
  • het zorgplan d.d. 8 maart 2024;
  • de medische verklaring d.d. 8 maart 2024;
  • het advies van de geneesheer-directeur d.d. 11 maart 2024;
  • een afschrift van de beschikking van deze rechtbank van 29 september 2023;
  • een tweetal op 14 maart 2024 ingekomen e-mailberichten van de curator.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. Woodrow;
  • dr. [naam 1] , psychiater;
  • [naam 2] , co-assistente;
  • [naam 3] , verpleegkundig specialist in opleiding;
  • [naam 4] , stagiaire;
  • [naam 5] , casemanager f-act team (online).
1.4.
De curator is, met bericht van afmelding, niet in persoon verschenen, maar heeft zijn
mening over het verzoek per e-mail kenbaar gemaakt.
1.5.
De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in het verzoek, niet verschenen en is dus niet gehoord.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie heeft verzocht om de zorgmachtiging die bij beschikking van deze rechtbank van 29 september 2023 ten behoeve van betrokkene is verleend te wijzigen, in die zin dat voor de resterende duur van die zorgmachtiging, naast de reeds toegestane (ambulante) vormen van verplichte zorg, ook de navolgende vormen van verplichte zorg worden toegestaan:
  • opnemen in een accommodatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid.

3.De standpunten

3.1.
De psychiater heeft, samengevat, aangegeven dat het een zoektocht is om betrokkene vrij van psychoses te krijgen. Betrokkene krijgt momenteel Clozapine toegediend, een krachtige vorm van antipsychotische medicatie dat kan worden beschouwd als laatste redmiddel. Die medicatie is bij betrokkene ingesteld op een spiegel waarbij het hoogst haalbare lijkt te zijn bereikt. Hoewel betrokkene zijn medicatie over het algemeen trouw inneemt, blijft het van belang om de medicatiespiegel van betrokkene goed te blijven opvolgen. Indien betrokkene zijn medicatie namelijk slechts een aantal keer niet inneemt, dan moet die medicatie opnieuw worden ingesteld. Daarnaast wordt er gezocht naar een passende vervolgplaats waar betrokkene voor langere duur kan blijven wonen. Die plekken zijn helaas niet ruim beschikbaar. Totdat er een passende plek voor betrokkene gevonden is, acht de psychiater het noodzakelijk dat betrokkene in de accommodatie opgenomen blijft. Betrokkene kan in de tussentijd niet terugkeren naar huis. Volgens de psychiater is het risico te groot dat betrokkene in de thuissituatie zijn medicatie niet trouw blijft innemen, met als gevolg dat hij terugvalt en psychisch decompenseert en de positieve ontwikkelingen van de afgelopen periode worden tenietgedaan. Gelet hierop wordt verzocht om de zorgmachtiging te wijzigen in die zin dat de mogelijkheid om betrokkene in de accommodatie op te nemen en de bijbehorende vorm van verplichte zorg die ziet op het beperken van de bewegingsvrijheid wordt toegestaan voor de resterende duur van de zorgmachtiging.
3.2.
De behandelaar van het f-act team heeft, samengevat, aangegeven dat betrokkene al een intake heeft gehad voor een passende vervolgplek waar hij langdurig kan blijven wonen en dat hij momenteel op een wachtlijst staat voor een plek in [plaats 2] of in [plaats 3] . Volgens de behandelaar kan betrokkene tussentijds niet thuis verblijven. In het verleden heeft betrokkene in de thuissituatie zijn medicatie niet altijd trouw ingenomen, met als gevolg dat hij psychisch is gedecompenseerd. Ook trok hij zich terug in zijn eigen huis. Dat is niet alleen schadelijk geweest voor zijn (psychische) gezondheid, maar ook voor zijn eigenwaarde en zelfvertrouwen.
3.3.
Betrokkene heeft, samengevat, aangegeven dat hij zich goed voelt en niet ziek. Hij vindt zijn medicatie niet prettig en vraagt zich af waarom hij die medicatie moet blijven gebruiken. Hij wil graag terugkeren naar huis. Verder wil hij vooral zijn eigen dingen kunnen blijven doen, zoals sporten en series kijken.
3.4.
De advocaat heeft, samengevat, aangevoerd dat het hem goed lijkt dat betrokkene in de accommodatie opgenomen blijft totdat hij kan worden overgeplaatst naar een passende plek waar hij voor langere duur kan verblijven. Aangezien betrokkene zelf graag wil terugkeren naar huis, refereert de advocaat zich wat betreft de beslissing op het verzoek aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

4.1
Bij beschikking van 29 september 2023 een zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, te weten tot en met 29 september 2024. Hierbij is bepaald dat voor de duur van die zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg worden toegestaan:
  • toediening van medicatie;
  • verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
en dat de volgende vormen van verplichte zorg worden toegestaan voor duur van de eerste zes maanden van de zorgmachtiging, te weten tot 29 maart 2024:
  • opnemen in een accommodatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank heeft hierbij overwogen dat er druk wordt gezocht naar een passende plaats waar betrokkene voor een langere duur kan verblijven. Met het oog op de ingrijpendheid van de twee laatstgenoemde maatregelen, heeft de rechtbank de duur waarin die maatregelen worden toegestaan beperkt tot zes maanden, zodat er sprake zal zijn van een tussentijds toetsmoment indien de behandelaren en de officier van justitie te zijner tijd van mening zijn dat het noodzakelijk is om die maatregelen voor een langere duur toe te passen.
4.2.
De rechtbank overweegt, gezien de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, dat het helaas nog niet is gelukt om een passende vervolgplek te vinden waar betrokkene voor een langere duur kan blijven wonen. Gebleken is dat betrokkene inmiddels een intake heeft gehad en dat hij momenteel ingeschreven staat op een wachtlijst voor een plek in [plaats 2] of in [plaats 3] . Hoewel het valt te begrijpen dat betrokkene graag wil terugkeren naar huis, is de rechtbank met de behandelaren van oordeel dat een terugkeer van betrokkene naar huis nu niet verantwoord is. In de thuissituatie is het risico dat betrokkene zijn medicatie niet trouw blijft innemen namelijk te groot, met als gevolg dat hij opnieuw psychisch decompenseert en (psychische) gezondheidsschade oploopt. Ook zal de medicatie in de vorm van Clozapine in dat geval opnieuw moeten worden ingesteld vanuit een klinische setting, wat de overplaatsing van betrokkene naar een plaats waar hij langdurig kan verblijven bovendien zou vertragen.
4.3.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het voor het wegnemen dan wel het voorkomen van ernstig nadeel bij betrokkene noodzakelijk dat de vormen van verplichte zorg “opnemen in een accommodatie” en “beperken van de bewegingsvrijheid” worden toegestaan door de resterende duur van de zorgmachtiging.
4.4.
Betrokkene verzet zich tegen voormelde vormen van verplichte zorg. Hij heeft aangegeven dat hij graag wil terugkeren naar huis.
4.5.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Bij het bepalen van deze zorg is bovendien rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.6.
Uit artikel 8:12 Wvggz volgt dat indien er een zorgmachtiging is verleend en die machtiging niet voorziet in toepassing van een bepaalde vorm van verplichte zorg terwijl dat wel noodzakelijk wordt geacht, die vorm tijdelijk kan worden ingezet bij wijze van noodmaatregel. Indien toepassing van die vorm voor een langere tijd noodzakelijk is, dan kan er worden verzocht om wijziging van de bestaande zorgmachtiging. In deze zaak is er (nog) geen sprake van een noodsituatie, omdat opname en verblijf van betrokkene in de accommodatie wordt toegestaan tot 29 maart 2024. Echter, gebleken is dat betrokkene nu niet kan terugkeren naar huis en dat het voldoende voorzienbaar is dat er ernstig nadeel zal ontstaan indien betrokkene op korte termijn terugkeert naar huis. De rechtbank acht het dan ook noodzakelijk dat hij in de accommodatie kan verblijven zodat hij van daaruit de overstap kan maken naar een passende vervolgplek. Gelet hierop zal de rechtbank, analoog aan voormeld artikel, de zorgmachtiging wijzigen in die zin dat zij opname en verblijf van betrokkene en het beperken van zijn bewegingsvrijheid zal toestaan voor de resterende duur van de zorgmachtiging, tot 29 september 2024. Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijzigt de zorgmachtiging van 29 september 2023 die is verleend ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] , inhoudende dat vanaf heden bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toediening van medicatie;
  • verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 29 september 2024.
Deze beschikking is op 14 maart 2024 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. De Jong, rechter, bijgestaan door mr. Wallerbos als griffier, en op 26 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.