ECLI:NL:RBZWB:2024:204
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Toekoen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen opschorting en nakoming omgangsregeling met raadsonderzoek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 januari 2024, zijn de vorderingen van een vrouw en een man in een kort geding afgewezen. De vrouw, eiser in conventie, vorderde een wijziging van de omgangsregeling met hun minderjarige kinderen, die voortkwam uit een relatie die gekenmerkt werd door huiselijk geweld. De vrouw stelde dat de omgangsregeling niet langer veilig was, terwijl de man, gedaagde in conventie, de aantijgingen van de vrouw betwistte en een hervatting van de oorspronkelijke regeling eiste. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was voor beide partijen, maar dat de omgangsregeling niet in het belang van de kinderen was. De rechter verzocht de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek in te stellen naar de situatie van de kinderen en de omgangsregeling. De vorderingen van beide partijen werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de kinderen in situaties van ouderconflicten.