ECLI:NL:RBZWB:2024:2071

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
C/02/419876 / FA RK 24/1067
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Borm, rechter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt. De cliënt, geboren in 1934, verblijft momenteel in een verpleeginstelling en lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie. Het verzoek is ingediend op 6 maart 2024, met bijlagen waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren de cliënt, zijn advocaat, een verpleegkundige en de schoondochter aanwezig.

De cliënt heeft aangegeven zich niet te herkennen in de zorgen die zijn geschetst, terwijl de verpleegkundige en de schoondochter bevestigen dat er sprake is van dwaalgedrag en dat de cliënt zich verzet tegen zijn verblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan dementie, wat leidt tot desoriëntatie en een gebrek aan ziekte-inzicht. Dit resulteert in ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeert dat 24-uurs zorg noodzakelijk is en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank verleent daarom de gevraagde machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, met de beslissing dat deze machtiging geldt tot en met 15 september 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Borm en in het openbaar uitgesproken, waarna deze op 29 maart 2024 schriftelijk is uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/419876 / FA RK 24/1067
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 15 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie 1] te [plaats] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 6 maart 2024, ingekomen ter griffie op 6 maart 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 1 maart 2024;
- een machtigingsformulier van 1 maart 2024;
- de medische verklaring van 23 februari 2024;
- een zorgplan van 1 maart 2024;
- een e-mail van 16 februari 2024 met een toelichting van de psycholoog op de aanvraag;
- een diagnosebrief van 25 juli 2023 opgesteld door de specialist ouderengeneeskundige;
- een afschrift van het levenstestament van 20 april 2023;
- een besluit tot opname en verblijf van 15 september 2023;
- het indicatiebesluit van 15 september 2023;
- een machtiging van 9 januari 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- de schoondochter van cliënt;
- een verpleegkundige.
2. Het verzoek
2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij zich niet herkent in de zorgen die worden geschetst. Hij kan zich niet herinneren dat hij dwaalgedrag heeft vertoond. Hij kan het zich wel voorstellen, maar ervaart hier zelf geen problemen mee.
3.2
De advocaat van cliënt refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
De verpleegkundige heeft toegelicht dat er zowel overdag als ’s nachts sprake is van dwaalgedrag. Zij licht hierbij toe dat de verpleegkundigen niet altijd de mogelijkheid hebben om cliënt achterna te gaan, wanneer hij de verpleeginstelling ongezien verlaat. Daarnaast toont cliënt verzet tegen zijn verblijf bij de verpleeginstelling. Hierbij kan cliënt agressief gedrag vertonen. Zo kan hij mensen aan de kant duwen of bij hun arm pakken. Verder merkt de verpleegkundige op dat cliënt bij [accommodatie 2] in [plaats] kan verblijven zodra alle papieren in orde zijn.
3.4
De schoondochter van cliënt geeft aan dat zij [accommodatie 2] is [plaats] een geschikte plek vindt. Zij ziet ook dat er sprake is van dwaalgedrag bij cliënt. De familie van cliënt wordt hierover regelmatig gebeld en zij hebben cliënt al meerdere keren in de stad moeten zoeken.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie. Cliënt is in 2023 gediagnosticeerd met dementie. Als gevolg van de dementie is er sprake van desoriëntatie in tijd en plaats. Er is bij cliënt geen sprake van ziekte-inzicht.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Zoals de verpleegkundige en de schoondochter tijdens de mondeling behandeling hebben aangegeven is er sprake van dwaalgedrag bij cliënt. Cliënt zoekt naar manieren om de verpleeginstelling te verlaten en slaagt hier ook regelmatig in. Hij vertoont hierbij agressief gedrag naar de verpleging en medebewoners. Uit de stukken blijkt dat cliënt overlast kan veroorzaken. Zo heeft hij eerder bij mensen ’s nachts aangebeld. Cliënt is meerdere malen door de politie teruggebracht naar de verpleeginstelling. Ook kan de familie van cliënt overbelast raken omdat zij cliënt geregeld terug moeten brengen naar de verpleeginstelling. Tot slot heeft cliënt sturing nodig bij zijn algemene dagelijkse levensverrichtingen.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De rechtbank is van oordeel dat cliënt 24-uurs zorg in de nabijheid nodig heeft. Cliënt heeft hulp nodig bij het verrichten van vrijwel alle dagelijkse handelingen. Ook wordt zo de veiligheid van cliënt gewaarborgd.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. De 24-uurs zorg kan binnen de huidige woonsituatie niet worden geboden.
4.5
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat cliënt zowel verbaal als fysiek verzet vertoont. Zoals de verpleegkundige tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven probeert cliënt met regelmaat de verpleeginstelling te verlaten. Hij vertoont daarbij agressief gedrag tegenover de verpleegkundigen en medebewoners die dit proberen te voorkomen.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
15 september 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Borm, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 29 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.