Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 2.468,40
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, een B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, eveneens een B.V., tot betaling van een bedrag van € 7.520,30, voortvloeiend uit een overeenkomst van opdracht. Eiser heeft werkzaamheden verricht in opdracht van gedaagde, die de in rekening gebrachte kosten te hoog vond. De kantonrechter oordeelde dat niet alle in rekening gebrachte uren terecht waren, maar dat gedaagde wel een deel moest betalen. Gedaagde heeft een tegenvordering ingesteld van € 1.689,75, die onder andere betrekking had op een factuur van de gemeente Breda en schadevergoeding voor extra kosten die gemaakt zijn door fouten van eiser. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde recht had op betaling van de factuur van de gemeente, maar de schadevergoeding werd afgewezen. De procedure omvatte een dagvaarding, conclusies van antwoord, en een mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft de vorderingen en tegenvorderingen beoordeeld en een beslissing genomen over de toewijzing van de bedragen, waarbij de proceskosten werden gecompenseerd.