Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 23 februari 2024;
- de e-mail van de procesregisseur Jeugd van de gemeente Breda van 29 februari 2024.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
Internationale bevoegdheid
terVerordening). Aangezien het verzoek na 1 augustus 2022 is ingediend is de Brussel II-
terVerordening temporeel van toepassing. Met uitzondering van artikel 10 Brussel II-
terVerordening, is de Brussel II-
terVerordening slechts formeel van toepassing indien het kind gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een EU-lidstaat. De rechtbank stelt vast dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] inmiddels in Nederland ligt en redeneert daartoe als volgt.
A, C-523/07, ECLI:NL: EU:C:2009:225).
terVerordening formeel van toepassing is, en bovendien dat de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek op grond van artikel 7 lid 1 Brussel II-
terVerordening.
De kinderrechter verzoekt aan de GI, gezien deze situatie, om deze zaak met grote spoedeisendheid op te pakken om zicht te krijgen op [minderjarige] en de thuissituatie.