Uitspraak
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, locatie Etten-Leur, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI).
[de moeder], wonende te [woonplaats 2] , hierna te noemen: de moeder;
[de vader], wonende te [woonplaats 3] , hierna te noemen: de vader;
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De standpunten
De verzoekers achten een voldoende zwaarwichtig belang aanwezig om de voornamen van [minderjarige] te wijzigen. De naam ‘ [naam 1] ’ is een combinatie van de voornamen van beide ouders van verzoekers. Hiermee komt tot uitdrukking dat hij volledig geaccepteerd is in de familie van verzoekers. Mocht het verzoek tot adoptie worden afgewezen, wordt subsidiair verzocht om pleegoudervoogdij. [minderjarige] wordt al jaren door verzoekers verzorgd en opgevoed en zal opgroeien in hun perspectiefbiedend gezin. Hij ontwikkelt zich positief en is gehecht aan verzoekers en zijn zus. De GI is niet bereid zich uit de voogdij te laten ontslaan. De verzoekers achten de pleegoudervoogdij in het belang van [minderjarige] . Verzoekers willen niet langer afhankelijk zijn van de toestemming van de GI voor beslissingen over [minderjarige] . Volgens de GI moet er eerst sprake zijn van een stabiele bezoekregeling tussen [minderjarige] en de vader. De vraag is echter wanneer hier in voldoende mate sprake van is. De GI is hier inmiddels al jaren mee bezig. Bovendien wordt dit criterium nooit gehaald als een ouder blijvend onvoldoende meewerkt. De verzoekers staan open voor het contact tussen [minderjarige] en de vader en/of de moeder. Zij vinden dat een rechtstreeks contact tussen hen en de vader beter zal werken. De verzoekers hopen dat ook nog met de moeder te bereiken, mits zij dat zelf wil. De wettelijke grondslag voor de geslachtsnaamswijziging onder het subsidiair verzoek leggen verzoekers in een analoge toepassing van artikel 1:253t lid 1 jo lid 5 BW en art. 1:282 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek.
5.De beoordeling
6.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.