4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1: (medeplegen) opzettelijk aanwezig hebben softdrugs
Feiten en omstandigheden
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de politie op 18 augustus 2022 een grote hoeveelheid softdrugs heeft gevonden in een schuurtje op het perceel van de vader van verdachte aan de [adres] in [plaats] . Nader onderzoek door de politie heeft uitgewezen dat in de schuur (onder meer) werd aangetroffen:
- ongeveer 25,3 kilogram hasjiesj;
- ongeveer 34,1 kilogram hennep;
- ongeveer 17,793 kilogram hennepgruis;
- 5943 stuks voorgedraaide joints.
De rechtbank overweegt dat volgens openbare informatie van het Trimbos Instituut een joint gemiddeld 0,3 gram hennep bevat. Dit maakt dat de totale hoeveelheid hennep in de joints ongeveer 1782,9 gram bedraagt (5943 x 0,3 gram), zoals is ten laste gelegd.
De rechtbank stelt verder vast dat het schuurtje in eerste instantie was afgesloten. Nadat de politie tegen de vrouw van de vader van verdachte had gezegd dat ze het open zouden gaan breken, kwamen verdachte en zijn vader uit het schuurtje en kon de politie alsnog naar binnen.
Opzettelijk aanwezig hebben softdrugs?Voor een bewezenverklaring van het opzettelijk aanwezig hebben van de aangetroffen softdrugs moet kunnen worden vastgesteld dat de softdrugs zich in de machtssfeer van verdachte bevonden en hij daarvan ook wetenschap had. Hieronder is ook te begrijpen de situatie waarin verdachte de aanmerkelijke kans op de aanwezigheid van die softdrugs bewust heeft aanvaard.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de coffeeshop “ [naam coffeeshop] ” zijn werkgever is en dat hij weet dat zijn vader voor deze coffeeshop in zijn schuur softdrugs inpakte en productiewerk deed. Uit de WhatsApp-berichten tussen verdachte en zijn vader blijkt inderdaad dat verdachte hiervan op de hoogte was, maar ook dat hij zich hier zelf actief mee bezig hield. Zo hield verdachte de stand van zaken van het inpakken en wegbrengen van de drugs nauwlettend in de gaten en vroeg hij meermalen aan zijn vader of hij op schema liep met het inpakken van de drugs. Ook liet verdachte in een bericht weten dat hij zijn vader de volgende ochtend kon komen helpen, nadat zijn vader vroeg om hulp vanwege de vele bestellingen. Dat deze WhatsApp-berichten dateren van juli 2022 en dus van voor de tenlastegelegde datum doet daar naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat de softdrugs op verschillende zichtbare en toegankelijke plekken in de schuur lagen. Op de foto’s op pagina 99 tot en met 112 en 114 tot en met 116 van het eindproces-verbaal neemt de rechtbank waar dat de schuur is ingericht als bewerkings/verpakkingslocatie voor een coffeeshop. Ook verdachte had toegang tot deze schuur. Hij had toegang tot de schuur via zijn vader, zoals op 18 augustus 2022 toen de politie ter plaatse kwam en zij beiden in de schuur aanwezig waren. Uit de WhatsApp-berichten blijkt dat verdachte daarnaast toegang tot de schuur had via zijn stiefmoeder: [medeverdachte 2] . Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte niet alleen wist van de aanwezigheid van de softdrugs in de schuur op 18 augustus 2022, maar ook dat hij daarover de beschikkingsmacht heeft gehad.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn vader. Zoals eerder overwogen werkte verdachte bij de coffeeshop en had zijn vader in de schuur een grote hoeveelheid softdrugs in opslag voor deze coffeeshop. Zowel verdachte als zijn vader hadden toegang tot de schuur en waren daar ook allebei aanwezig op 18 augustus 2022. Daarnaast blijkt uit de WhatsApp-berichten in het dossier dat er intensief contact was tussen verdachte en zijn vader over het bewerken, verpakken, ophalen en wegbrengen van de softdrugs.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander de onder feit 1 genoemde softdrugs opzettelijk aanwezig heeft gehad, zoals hierna onder 4.4 weergegeven.
Feit 2: medeplegen handel in dan wel opzettelijk aanwezig hebben softdrugs
Gelet op de inhoud van het procesdossier is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 18 augustus 2022 in vereniging de softdrugs heeft bereid, bewerkt of verwerkt. Voor het opzettelijk aanwezig hebben van de softdrugs constateert de rechtbank dat dit reeds is ten laste gelegd en bewezenverklaard onder feit 1. Verdachte zal dan ook integraal worden vrijgesproken van feit 2.
Feit 3: voorhanden hebben van op vuurwapen gelijkend voorwerp
Het op een vuurwapen gelijkend voorwerp is op 18 augustus 2022 aangetroffen in de schuur die hoort bij de woning van de vader van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij niets wist van het wapen in de schuur en het wapen ook niet heeft zien staan. Het dossier bevat voor het wapen onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte beschikkingsmacht heeft gehad over het wapen. Verdachte zal daarom ook van dit feit worden vrijgesproken.