ECLI:NL:RBZWB:2024:2267

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2024
Publicatiedatum
5 april 2024
Zaaknummer
C/02/419251 / FA RK 24/760
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • P. Pellikaan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek is ingediend door de officier van justitie en betreft een betrokkene, geboren in 1961, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn stoornis, wat kan leiden tot levensgevaar en ernstige schade aan zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid.

De rechtbank heeft het procesverloop en de ingediende stukken, waaronder medische verklaringen en zorgplannen, in overweging genomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat en zorgverleners van Fivoor. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat, maar dat hij zich zorgen maakt over de continuïteit van zijn medicatie indien de zorgmachtiging niet wordt verleend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en besloten dat de gevraagde zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden wordt verleend. De rechtbank heeft de verzoeken voor andere zorgvormen afgewezen, omdat daarvoor geen noodzaak bestond. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P. Pellikaan en is op 4 maart 2024 in het openbaar uitgesproken. De machtiging geldt tot en met 4 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/419251 / FA RK 24/760
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 4 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. van Rooijen te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 12 februari 2024;
- de medische verklaring van 9 februari 2024;
- een zorgplan van 12 februari 2024;
- een zorgkaart van 31 januari 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] (Fivoor);
- mevrouw [naam 2] (Fivoor);
- via een telefonische verbinding: mevrouw [naam 3] , psychiater.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat het goed met hem gaat. Hij werkt en hij komt trouw de afspraken met betrekking tot medicatie toediening na. Wel moet hij nog wennen aan zijn huidige kamer, nu die hem minder ruimte en luxe biedt dan zijn eerdere woonverblijf bij [forensische zorg]. Hij begrijpt ook de reden van het ingediende verzoek om een opvolgende machtiging te verlenen, aangezien hij verwacht zijn medewerking aan de medicatie toediening te zullen beëindigen, in het geval dat er geen zorgmachtiging meer onderliggend zou zijn.
3.2
Namens Fivoor wordt bevestigd dat de afspraak dat hij één maal per twee weken langs komt in verband met de medicatie toediening door betrokkene consequent wordt nageleefd. Wel is een zorgmachtiging noodzakelijk, omdat, zodra de medicatie toediening naar een vrijwillig kader wordt omgezet er een moment komt waarop betrokkene deze hetzij wil afschalen of daarmee helemaal wil stoppen. Het voorliggende verzoek wordt daarom ondersteund.
3.3
De psychiater sluit zich aan bij hetgeen namens Fivoor naar voren is gebracht. Aanvullend merkt zij op dat betrokkene weliswaar op dit moment als wilsbekwaam valt aan te merken, maar dat wegens zijn psychische stoornis er in die zin niet van een bestendige toestand kan worden gesproken. Tijdige medicatie toediening is noodzakelijk om het huidige evenwicht te bewaren en om nieuwe momenten van ontregeling, waarvan gebleken is dat die zeer heftig kunnen zijn, in de toekomst te voorkomen. Bovendien heeft betrokkene een andere visie op deze momenten van ontregeling en wisselt mede daardoor zijn motivatie om de voorgeschreven medicatie consequent te blijven gebruiken. Daarbij komt nog dat betrokkene in een gewenningsperiode verkeert voor wat betreft zijn nieuwe woonplek.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat, hoewel hij als raadsman vraagtekens plaatst bij een opname mogelijkheid bij wijze van verplichte zorg, hem uit het voorgesprek is gebleken dat - evenals bij de vorige aanvraag van een zorgmachtiging - betrokkene ook nu geen moeite heeft met de zorg in een verplicht kader en met het daartoe ingediende verzoek. Dit verzoek kan daarom wat hem betreft overeenkomstig worden toegewezen. Ten slotte wenst hij nog op te merken dat betrokkene er nadrukkelijk van uit gaat dat zijn huidige kamer niet als definitieve, maar als een tijdelijke woonvoorziening geldt en dat hij ervan uit gaat dat er intussen actief naar een andere voor hem meer passende woonlocatie wordt gezocht.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Door de betrokken zorgverleners is daarover aangegeven - en ook door betrokkene als zodanig onderkend - dat hij zijn medewerking aan de noodzakelijke medicatie toediening, zodra er van een vrijwillig kader sprake is, op enig moment beëindigt. Er kan daarom niet op worden vertrouwd dat bij betrokkene sprake is van voldoende intrinsieke motivatie om consequent vrijwillig mee te werken aan de inname/acceptatie van de noodzakelijke medicatie in het bijzonder. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte zorgvormen, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats] ( [land] );
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 maart 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Pellikaan, rechter en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 13 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.